Algemene voorwaarden
Omvang gehuurde
1 Onder het gehuurde zijn mede begrepen de in het gehuurde aanwezige installaties en voorzieningen, voor
zover die in het bij deze huurovereenkomst als bijlage toe te voegen door partijen geparafeerde proces-
verbaal van oplevering niet zijn uitgezonderd.
Geschiktheid van het gehuurde
2.1 Voor de vraag of huurgenotsbeperkende feiten en omstandigheden kwalificeren als een gebrek in de zin
van artikel 7: 204 Burgerlijk Wetboek, is van belang wat Huurder bij aanvang van de huurovereenkomst
redelijkerwijs mocht verwachten ten aanzien van het gehuurde.
2.2 Voor zover Verhuurder voor het aangaan van de huurovereenkomst kennis heeft van feiten of
omstandigheden die in de weg staan aan het gebruik van het gehuurde door Huurder conform de
overeengekomen bestemming, zal Verhuurder zulks aan Huurder meedelen.
2.3 Huurder is gehouden het gehuurde voor het aangaan van de huurovereenkomst grondig te (doen)
inspecteren om na te gaan of het gehuurde geschikt is, of door of vanwege Huurder geschikt kan worden
gemaakt, voor de overeengekomen bestemming die Huurder daaraan moet geven.
Staat van het gehuurde bij aanvang huurovereenkomst
3.1 Het gehuurde wordt bij aanvang van de huur door Verhuurder opgeleverd en door Huurder aanvaard in
een goed onderhouden staat, tenzij partijen schriftelijk anders zijn overeengekomen. Indien bij aanvang van
de huurovereenkomst geen proces-verbaal van oplevering wordt opgesteld, geldt in afwijking van artikel
7:224 lid 2 BW dat Huurder het gehuurde in goede staat, zonder gebreken en vrij van schade, heeft
ontvangen.
3.2 De algemene, de bouwkundige en de technische staat van het gehuurde waarin Huurder het gehuurde
bij aanvang van de huurovereenkomst aanvaardt, wordt door Huurder en Verhuurder vastgelegd in een als
bijlage aan de huurovereenkomst toe te voegen en door of namens partijen te ondertekenen proces-verbaal
van oplevering. Dit proces-verbaal van oplevering maakt deel uit van de huurovereenkomst.
(Overheids)voorschriften en vergunningen
4.1 Zowel op als na ingangsdatum als bedoeld in artikel 3.1 van de huurovereenkomst is Verhuurder
verantwoordelijk voor het verkrijgen en behouden van de vereiste vergunningen, ontheffingen en
toestemmingen die benodigd zijn voor het gebruik van het gehuurde zoals genoemd in artikel 1.1 van de
huurovereenkomst, onverminderd het bepaalde in artikel 4.4 en 4.5.
4.2 De aan het verkrijgen van de in artikel 4.1 bedoelde vergunning, ontheffing of toestemming verbonden
kosten, alsmede de kosten van aanpassingen van het gehuurde om aan de voorwaarden van de
vergunning, ontheffing of toestemming te voldoen, zijn voor rekening van Verhuurder, echter onverminderd
het gestelde in artikelen 11.2 en 11.5 over de onderhouds-, herstel- en vernieuwingsverplichtingen van
Huurder ten aanzien van reeds van het gehuurde deel uitmakende voorzieningen.
4.3 Zowel bij als na het aangaan van de huurovereenkomst is Huurder verantwoordelijk voor het verkrijgen
en het behouden van alle overige vereiste, niet onder artikel 4.1 vallende vergunningen, ontheffingen en
toestemmingen die benodigd zijn voor het gebruik van het gehuurde in overeenstemming met de in artikel
1.2 van de huurovereenkomst overeengekomen bestemming die Huurder daaraan moet geven. Hieronder
vallen tevens alle meldingen die van overheidswege verplicht zijn/worden gesteld ter zake van het gebruik
van het gehuurde in overeenstemming met de hiervoor bedoelde overeengekomen bestemming. Met de
hiervoor bedoelde meldingen van overheidswege worden onder meer verstaan meldingen die op grond van
het meest recente Bouwbesluit en het meest recente Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer
(Activiteitenbesluit) verplicht zijn.
4.4 Weigering of intrekking van een vergunning, ontheffing of toestemming als bedoeld in artikel 4.3 levert
geen gebrek op, tenzij voornoemde weigering of intrekking het gevolg is van een doen of nalaten van
Verhuurder.
1 Onder het gehuurde zijn mede begrepen de in het gehuurde aanwezige installaties en voorzieningen, voor
zover die in het bij deze huurovereenkomst als bijlage toe te voegen door partijen geparafeerde proces-
verbaal van oplevering niet zijn uitgezonderd.
Geschiktheid van het gehuurde
2.1 Voor de vraag of huurgenotsbeperkende feiten en omstandigheden kwalificeren als een gebrek in de zin
van artikel 7: 204 Burgerlijk Wetboek, is van belang wat Huurder bij aanvang van de huurovereenkomst
redelijkerwijs mocht verwachten ten aanzien van het gehuurde.
2.2 Voor zover Verhuurder voor het aangaan van de huurovereenkomst kennis heeft van feiten of
omstandigheden die in de weg staan aan het gebruik van het gehuurde door Huurder conform de
overeengekomen bestemming, zal Verhuurder zulks aan Huurder meedelen.
2.3 Huurder is gehouden het gehuurde voor het aangaan van de huurovereenkomst grondig te (doen)
inspecteren om na te gaan of het gehuurde geschikt is, of door of vanwege Huurder geschikt kan worden
gemaakt, voor de overeengekomen bestemming die Huurder daaraan moet geven.
Staat van het gehuurde bij aanvang huurovereenkomst
3.1 Het gehuurde wordt bij aanvang van de huur door Verhuurder opgeleverd en door Huurder aanvaard in
een goed onderhouden staat, tenzij partijen schriftelijk anders zijn overeengekomen. Indien bij aanvang van
de huurovereenkomst geen proces-verbaal van oplevering wordt opgesteld, geldt in afwijking van artikel
7:224 lid 2 BW dat Huurder het gehuurde in goede staat, zonder gebreken en vrij van schade, heeft
ontvangen.
3.2 De algemene, de bouwkundige en de technische staat van het gehuurde waarin Huurder het gehuurde
bij aanvang van de huurovereenkomst aanvaardt, wordt door Huurder en Verhuurder vastgelegd in een als
bijlage aan de huurovereenkomst toe te voegen en door of namens partijen te ondertekenen proces-verbaal
van oplevering. Dit proces-verbaal van oplevering maakt deel uit van de huurovereenkomst.
(Overheids)voorschriften en vergunningen
4.1 Zowel op als na ingangsdatum als bedoeld in artikel 3.1 van de huurovereenkomst is Verhuurder
verantwoordelijk voor het verkrijgen en behouden van de vereiste vergunningen, ontheffingen en
toestemmingen die benodigd zijn voor het gebruik van het gehuurde zoals genoemd in artikel 1.1 van de
huurovereenkomst, onverminderd het bepaalde in artikel 4.4 en 4.5.
4.2 De aan het verkrijgen van de in artikel 4.1 bedoelde vergunning, ontheffing of toestemming verbonden
kosten, alsmede de kosten van aanpassingen van het gehuurde om aan de voorwaarden van de
vergunning, ontheffing of toestemming te voldoen, zijn voor rekening van Verhuurder, echter onverminderd
het gestelde in artikelen 11.2 en 11.5 over de onderhouds-, herstel- en vernieuwingsverplichtingen van
Huurder ten aanzien van reeds van het gehuurde deel uitmakende voorzieningen.
4.3 Zowel bij als na het aangaan van de huurovereenkomst is Huurder verantwoordelijk voor het verkrijgen
en het behouden van alle overige vereiste, niet onder artikel 4.1 vallende vergunningen, ontheffingen en
toestemmingen die benodigd zijn voor het gebruik van het gehuurde in overeenstemming met de in artikel
1.2 van de huurovereenkomst overeengekomen bestemming die Huurder daaraan moet geven. Hieronder
vallen tevens alle meldingen die van overheidswege verplicht zijn/worden gesteld ter zake van het gebruik
van het gehuurde in overeenstemming met de hiervoor bedoelde overeengekomen bestemming. Met de
hiervoor bedoelde meldingen van overheidswege worden onder meer verstaan meldingen die op grond van
het meest recente Bouwbesluit en het meest recente Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer
(Activiteitenbesluit) verplicht zijn.
4.4 Weigering of intrekking van een vergunning, ontheffing of toestemming als bedoeld in artikel 4.3 levert
geen gebrek op, tenzij voornoemde weigering of intrekking het gevolg is van een doen of nalaten van
Verhuurder.
2/14
4.5 De aan het verkrijgen van de in artikel 4.3 bedoelde vergunning, ontheffing of toestemming verbonden
kosten, alsmede de kosten van aanpassingen van het gehuurde om aan de voorwaarden van de
vergunning, ontheffing of toestemming te voldoen, zijn voor rekening van Huurder echter onverminderd het
gestelde in artikelen 11.2 en 11.4 over de onderhouds-, herstel- en vernieuwingsverplichtingen van
Verhuurder ten aanzien van reeds van het gehuurde deel uitmakende voorzieningen.
Gebruik
5.1 Huurder zal het gehuurde – gedurende de gehele duur van de huurovereenkomst – daadwerkelijk,
geheel, behoorlijk en zelf gebruiken uitsluitend overeenkomstig de in de huurovereenkomst aangegeven
bestemming. Huurder zal hierbij bestaande beperkte rechten, kwalitatieve verplichtingen en de van
overheidswege en vanwege de nutsbedrijven gestelde of nog te stellen eisen (waaronder eisen ten aanzien
van het bedrijf van Huurder, ten aanzien van het gebruik van het gehuurde, alsmede ten aanzien van alles
wat in of aan het gehuurde aanwezig is) in acht nemen. Huurder zal het gehuurde voorzien en voorzien
houden van voldoende inrichting en inventaris. Onder nutsbedrijven wordt in deze huurovereenkomst tevens
verstaan soortgelijke bedrijven die zich bezighouden met de levering, het transport en de meting van het
verbruik van energie, water e.d.
5.2 Huurder zal zich gedragen naar de bepalingen van de wet en de plaatselijke verordeningen alsmede
naar de gebruiken omtrent huur en verhuur, de voorschriften van de overheid, van de nutsbedrijven en de
verzekeraars. Huurder mag ten aanzien van werkzaamheden, die betrekking hebben op beveiliging,
brandpreventie en Iifttechniek, slechts bedrijven inschakelen waarmee Verhuurder tevoren heeft ingestemd
en die zijn erkend door het Nationaal Centrum voor Preventie (NCP) respectievelijk door de Stichting
Nederlands Instituut voor Lifttechniek. Verhuurder zal de instemming niet op onredelijke gronden weigeren.
Als in het kader van door of vanwege Verhuurder te verzorgen leveringen en diensten is overeengekomen
dat de hierboven weergegeven werkzaamheden in opdracht van Verhuurder geschieden, mag Huurder die
werkzaamheden niet zelf (Iaten) uitvoeren. Huurder zal zich te allen tijde houden aan de
gebruiksvoorschriften die door deze bedrijven worden afgegeven. Eveneens zal Huurder de mondelinge en
schriftelijke aanwijzingen in acht nemen door of namens Verhuurder gegeven in het belang van een
behoorlijk gebruik van het gehuurde en van de binnen- en buitenruimten, installaties en voorzieningen van
het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt. Hiertoe behoren ook de
redelijke aanwijzingen met betrekking tot onderhoud, aanzien, geluidsniveau, orde, brandveiligheid,
parkeergedrag en het goed functioneren van de installaties respectievelijk het gebouw of complex van
gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt.
5.3 Huurder mag bij het gebruik van het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel
uitmaakt geen hinder of overlast veroorzaken. Huurder zal er voor zorgdragen dat vanwege hem aanwezige
derden dit evenmin doen.
5.4 Huurder heeft het recht en de plicht tot het gebruik van de gemeenschappelijke voorzieningen en
diensten welke in het belang van het goed functioneren van het gebouw of complex van gebouwen, waartoe
het gehuurde behoort, ter beschikking zijn of zullen zijn.
5.5 Verhuurder heeft het recht om met betrekking tot het plaatsen van (Iicht-)reclame en of aanduidingen of
door Huurder gewenste veranderingen of toevoegingen of overige van buitenaf zichtbare wijzigingen
voorschriften te stellen, en zal toestemming daarvoor niet op onredelijke gronden te onthouden. Verhuurder
mag voorschriften geven onder meer ten aanzien van de uitvoering, plaats, afmeting en materiaalkeuze.
Huurder is gehouden tot de naleving van die voorschriften en van die van daartoe bevoegde instanties met
betrekking tot door Huurder aangebrachte veranderingen of toevoegingen.
5.6 Voor het plaatsen van antenne-installaties of andere doeleinden heeft Verhuurder het recht om voor
zichzelf, voor Huurder(s) of derden te beschikken over de daken, buitengevels, de niet voor publiek of
Huurder toegankelijke ruimten, de onroerende aanhorigheden binnen het gebouw of complex van
gebouwen, alsook over de tuinen en erven van dat gebouw of complex van gebouwen. Als Verhuurder van
dit recht gebruik wenst te maken zal Verhuurder Huurder hierover tevoren informeren en zal Verhuurder bij
de uitoefening van dit recht rekening houden met de belangen van Huurder.
5.7 Verhuurder kan Huurder de toegang tot het gehuurde weigeren indien Huurder op het moment dat deze
het gehuurde voor het eerst in gebruik wenst te nemen, (nog) niet aan zijn verplichtingen uit de
huurovereenkomst heeft voldaan. Dit heeft geen gevolgen voor de ingangsdatum als bedoeld in artikel 3.1
van de huurovereenkomst en de uit de huurovereenkomst voortvloeiende verplichtingen van Huurder.
Onderhuur
6.1 Behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van Verhuurder is het Huurder niet toegestaan het
gehuurde geheel of gedeeltelijk aan derden in huur, onderhuur of gebruik af te staan, ofwel de huurrechten
geheel of gedeeltelijk aan derden over te dragen of in te brengen in een personenvennootschap of
rechtspersoon.
4.5 De aan het verkrijgen van de in artikel 4.3 bedoelde vergunning, ontheffing of toestemming verbonden
kosten, alsmede de kosten van aanpassingen van het gehuurde om aan de voorwaarden van de
vergunning, ontheffing of toestemming te voldoen, zijn voor rekening van Huurder echter onverminderd het
gestelde in artikelen 11.2 en 11.4 over de onderhouds-, herstel- en vernieuwingsverplichtingen van
Verhuurder ten aanzien van reeds van het gehuurde deel uitmakende voorzieningen.
Gebruik
5.1 Huurder zal het gehuurde – gedurende de gehele duur van de huurovereenkomst – daadwerkelijk,
geheel, behoorlijk en zelf gebruiken uitsluitend overeenkomstig de in de huurovereenkomst aangegeven
bestemming. Huurder zal hierbij bestaande beperkte rechten, kwalitatieve verplichtingen en de van
overheidswege en vanwege de nutsbedrijven gestelde of nog te stellen eisen (waaronder eisen ten aanzien
van het bedrijf van Huurder, ten aanzien van het gebruik van het gehuurde, alsmede ten aanzien van alles
wat in of aan het gehuurde aanwezig is) in acht nemen. Huurder zal het gehuurde voorzien en voorzien
houden van voldoende inrichting en inventaris. Onder nutsbedrijven wordt in deze huurovereenkomst tevens
verstaan soortgelijke bedrijven die zich bezighouden met de levering, het transport en de meting van het
verbruik van energie, water e.d.
5.2 Huurder zal zich gedragen naar de bepalingen van de wet en de plaatselijke verordeningen alsmede
naar de gebruiken omtrent huur en verhuur, de voorschriften van de overheid, van de nutsbedrijven en de
verzekeraars. Huurder mag ten aanzien van werkzaamheden, die betrekking hebben op beveiliging,
brandpreventie en Iifttechniek, slechts bedrijven inschakelen waarmee Verhuurder tevoren heeft ingestemd
en die zijn erkend door het Nationaal Centrum voor Preventie (NCP) respectievelijk door de Stichting
Nederlands Instituut voor Lifttechniek. Verhuurder zal de instemming niet op onredelijke gronden weigeren.
Als in het kader van door of vanwege Verhuurder te verzorgen leveringen en diensten is overeengekomen
dat de hierboven weergegeven werkzaamheden in opdracht van Verhuurder geschieden, mag Huurder die
werkzaamheden niet zelf (Iaten) uitvoeren. Huurder zal zich te allen tijde houden aan de
gebruiksvoorschriften die door deze bedrijven worden afgegeven. Eveneens zal Huurder de mondelinge en
schriftelijke aanwijzingen in acht nemen door of namens Verhuurder gegeven in het belang van een
behoorlijk gebruik van het gehuurde en van de binnen- en buitenruimten, installaties en voorzieningen van
het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt. Hiertoe behoren ook de
redelijke aanwijzingen met betrekking tot onderhoud, aanzien, geluidsniveau, orde, brandveiligheid,
parkeergedrag en het goed functioneren van de installaties respectievelijk het gebouw of complex van
gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt.
5.3 Huurder mag bij het gebruik van het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel
uitmaakt geen hinder of overlast veroorzaken. Huurder zal er voor zorgdragen dat vanwege hem aanwezige
derden dit evenmin doen.
5.4 Huurder heeft het recht en de plicht tot het gebruik van de gemeenschappelijke voorzieningen en
diensten welke in het belang van het goed functioneren van het gebouw of complex van gebouwen, waartoe
het gehuurde behoort, ter beschikking zijn of zullen zijn.
5.5 Verhuurder heeft het recht om met betrekking tot het plaatsen van (Iicht-)reclame en of aanduidingen of
door Huurder gewenste veranderingen of toevoegingen of overige van buitenaf zichtbare wijzigingen
voorschriften te stellen, en zal toestemming daarvoor niet op onredelijke gronden te onthouden. Verhuurder
mag voorschriften geven onder meer ten aanzien van de uitvoering, plaats, afmeting en materiaalkeuze.
Huurder is gehouden tot de naleving van die voorschriften en van die van daartoe bevoegde instanties met
betrekking tot door Huurder aangebrachte veranderingen of toevoegingen.
5.6 Voor het plaatsen van antenne-installaties of andere doeleinden heeft Verhuurder het recht om voor
zichzelf, voor Huurder(s) of derden te beschikken over de daken, buitengevels, de niet voor publiek of
Huurder toegankelijke ruimten, de onroerende aanhorigheden binnen het gebouw of complex van
gebouwen, alsook over de tuinen en erven van dat gebouw of complex van gebouwen. Als Verhuurder van
dit recht gebruik wenst te maken zal Verhuurder Huurder hierover tevoren informeren en zal Verhuurder bij
de uitoefening van dit recht rekening houden met de belangen van Huurder.
5.7 Verhuurder kan Huurder de toegang tot het gehuurde weigeren indien Huurder op het moment dat deze
het gehuurde voor het eerst in gebruik wenst te nemen, (nog) niet aan zijn verplichtingen uit de
huurovereenkomst heeft voldaan. Dit heeft geen gevolgen voor de ingangsdatum als bedoeld in artikel 3.1
van de huurovereenkomst en de uit de huurovereenkomst voortvloeiende verplichtingen van Huurder.
Onderhuur
6.1 Behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van Verhuurder is het Huurder niet toegestaan het
gehuurde geheel of gedeeltelijk aan derden in huur, onderhuur of gebruik af te staan, ofwel de huurrechten
geheel of gedeeltelijk aan derden over te dragen of in te brengen in een personenvennootschap of
rechtspersoon.
6.2 Ingeval Huurder handelt in strijd met artikel 6.1, verbeurt Huurder aan Verhuurder per dag dat de
overtreding voortduurt een direct opeisbare boete, gelijk aan tweemaal de op dat moment voor Huurder
geldende huurprijs per dag, onverminderd het recht van Verhuurder om nakoming dan wel ontbinding van de
huurovereenkomst, alsmede schadevergoeding te vorderen.
6.3 Het is Huurder toegestaan onder te verhuren of ruimte in gebruik te geven aan een groepsmaatschappij
in de zin van artikel 2:24b Burgerlijk Wetboek mits dat past binnen het gebruik zoals bedoeld in artikel 1.2
van de huurovereenkomst en deze onderhuurder/gebruiker de ruimte niet zal onderverhuren en/of in gebruik
zal geven aan een derde. Huurder mag in de onderverhuurovereenkomst niet ten nadele van de
hoofdhuurovereenkomst afwijken. Het voorgaande laat onverlet de verplichtingen van Huurder uit de
huurovereenkomst. Huurder blijft het enige aanspreekpunt voor Verhuurder.
Milieu en energielabel
7.1 Huurder en Verhuurder zullen richtlijnen, voorschriften of aanwijzingen van de overheid of andere
bevoegde instanties ten aanzien van het (gescheiden) aanbieden van afvalstoffen nauwgezet naleven. Bij de
niet of niet volledige nakoming van deze verplichting is de nalatige partij aansprakelijk voor de daaruit
voortvloeiende financiële, strafrechtelijke en mogelijke andere consequenties.
7.2 Het is Huurder niet toegestaan:
a. in, op, aan of in de directe omgeving van het gehuurde milieugevaarlijke zaken te hebben, waaronder
stankverspreidende, brandgevaarlijke of ontplofbare zaken;
b. het gehuurde zodanig te gebruiken dat door dit gebruik bodem- of andere milieuverontreiniging optreedt.
7.3 Verhuurder vrijwaart Huurder niet tegen overheidsbevelen tot het uitvoeren van een milieuonderzoek ter
zake van het gehuurde dan wel het treffen van maatregelen in geval onder, in, aan of rondom het gehuurde
verontreiniging wordt aangetroffen.
7.4 Voor zover Verhuurder gehouden is een energielabel in het gehuurde te afficheren, zal huurder zonder
daar verdere voorwaarden aan te stellen, verhuurder daartoe in de gelegenheid stellen.
7.5 Het is Huurder en Verhuurder niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van Verhuurder en
Huurder veranderingen/toevoegingen aan te brengen in of aan het gehuurde waardoor de energie-index van
het gehuurde die is vermeld in het energielabel, als bedoeld in artikel 1.5 van de huurovereenkomst,
aantoonbaar verslechtert.
Gedragsregels, voorschriften en verbodsbepalingen
8.1 Huurder zal bij het gebruik van het gehuurde geen hinder of overlast veroorzaken, noch schade
veroorzaken in, op, aan of onder het gehuurde of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uit
maakt. Onder schade aan het gehuurde wordt onder andere verstaan het gebruiken van transportmiddelen
waardoor vloeren en wanden (kunnen) worden beschadigd. Huurder zal er voor zorgdragen dat vanwege
hem aanwezige derden dit evenmin doen. Dit geldt eveneens ten aanzien van het gebouw of complex van
gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt.
8.2 Het is Huurder niet toegestaan:
a. vloeren van het gehuurde en van het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel
uitmaakt hoger te belasten dan in de huurovereenkomst is aangegeven dan wel bouwkundig is toegestaan;
b. wijzigingen of voorzieningen aan te brengen in, op of aan het gehuurde die in strijd zijn met voorschriften
van de overheid en van de nutsbedrijven dan wel met de voorwaarden waaronder de eigenaar van het
gehuurde de eigendom van het gehuurde heeft verworven of met andere beperkte rechten, of die voor
andere Huurders of omwonenden tot overlast leiden dan wel deze hinderen in hun gebruik.
8.3 Het is Huurder zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Verhuurder niet toegestaan de dienst-
en installatieruimten, de platten, daken, goten en de niet voor algemeen gebruik bestemde plaatsen van het
gehuurde of van het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt, te betreden of
te laten betreden of vervoermiddelen te stallen op andere dan de daartoe bestemde plaatsen.
8.4 Met betrekking tot de tijden waarbinnen en de wijze waarop laden en lossen plaatsvindt, zal Huurder zich
gedragen naar de voorschriften van de overheid en andere bevoegde instanties, alsook naar de redelijke
aanwijzingen van Verhuurder.
8.5 Huurder zal vluchtwegen en nooddeuren in het gehuurde en het gebouw of complex van gebouwen
waarvan het gehuurde deel uitmaakt te allen tijde vrij houden en de bereikbaarheid van
brandblusvoorzieningen garanderen.
Ook Verhuurder zal zich onthouden van het blokkeren van bedoelde vluchtwegen en nooddeuren.
8.6 Indien tot het gehuurde een lift, rolbaan, roltrap, automatisch deurmechanisme of een soortgelijke
voorziening behoort dan wel het gehuurde door middel of met behulp van een of meer van genoemde of
soortgelijke voorzieningen bereikbaar is, zal men uitsluitend op eigen risico van deze voorzieningen gebruik
kunnen maken. Huurder is aansprakelijk voor het goed en vakkundig gebruik van de eventueel tot het
gehuurde behorende technische installaties.
overtreding voortduurt een direct opeisbare boete, gelijk aan tweemaal de op dat moment voor Huurder
geldende huurprijs per dag, onverminderd het recht van Verhuurder om nakoming dan wel ontbinding van de
huurovereenkomst, alsmede schadevergoeding te vorderen.
6.3 Het is Huurder toegestaan onder te verhuren of ruimte in gebruik te geven aan een groepsmaatschappij
in de zin van artikel 2:24b Burgerlijk Wetboek mits dat past binnen het gebruik zoals bedoeld in artikel 1.2
van de huurovereenkomst en deze onderhuurder/gebruiker de ruimte niet zal onderverhuren en/of in gebruik
zal geven aan een derde. Huurder mag in de onderverhuurovereenkomst niet ten nadele van de
hoofdhuurovereenkomst afwijken. Het voorgaande laat onverlet de verplichtingen van Huurder uit de
huurovereenkomst. Huurder blijft het enige aanspreekpunt voor Verhuurder.
Milieu en energielabel
7.1 Huurder en Verhuurder zullen richtlijnen, voorschriften of aanwijzingen van de overheid of andere
bevoegde instanties ten aanzien van het (gescheiden) aanbieden van afvalstoffen nauwgezet naleven. Bij de
niet of niet volledige nakoming van deze verplichting is de nalatige partij aansprakelijk voor de daaruit
voortvloeiende financiële, strafrechtelijke en mogelijke andere consequenties.
7.2 Het is Huurder niet toegestaan:
a. in, op, aan of in de directe omgeving van het gehuurde milieugevaarlijke zaken te hebben, waaronder
stankverspreidende, brandgevaarlijke of ontplofbare zaken;
b. het gehuurde zodanig te gebruiken dat door dit gebruik bodem- of andere milieuverontreiniging optreedt.
7.3 Verhuurder vrijwaart Huurder niet tegen overheidsbevelen tot het uitvoeren van een milieuonderzoek ter
zake van het gehuurde dan wel het treffen van maatregelen in geval onder, in, aan of rondom het gehuurde
verontreiniging wordt aangetroffen.
7.4 Voor zover Verhuurder gehouden is een energielabel in het gehuurde te afficheren, zal huurder zonder
daar verdere voorwaarden aan te stellen, verhuurder daartoe in de gelegenheid stellen.
7.5 Het is Huurder en Verhuurder niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van Verhuurder en
Huurder veranderingen/toevoegingen aan te brengen in of aan het gehuurde waardoor de energie-index van
het gehuurde die is vermeld in het energielabel, als bedoeld in artikel 1.5 van de huurovereenkomst,
aantoonbaar verslechtert.
Gedragsregels, voorschriften en verbodsbepalingen
8.1 Huurder zal bij het gebruik van het gehuurde geen hinder of overlast veroorzaken, noch schade
veroorzaken in, op, aan of onder het gehuurde of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uit
maakt. Onder schade aan het gehuurde wordt onder andere verstaan het gebruiken van transportmiddelen
waardoor vloeren en wanden (kunnen) worden beschadigd. Huurder zal er voor zorgdragen dat vanwege
hem aanwezige derden dit evenmin doen. Dit geldt eveneens ten aanzien van het gebouw of complex van
gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt.
8.2 Het is Huurder niet toegestaan:
a. vloeren van het gehuurde en van het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel
uitmaakt hoger te belasten dan in de huurovereenkomst is aangegeven dan wel bouwkundig is toegestaan;
b. wijzigingen of voorzieningen aan te brengen in, op of aan het gehuurde die in strijd zijn met voorschriften
van de overheid en van de nutsbedrijven dan wel met de voorwaarden waaronder de eigenaar van het
gehuurde de eigendom van het gehuurde heeft verworven of met andere beperkte rechten, of die voor
andere Huurders of omwonenden tot overlast leiden dan wel deze hinderen in hun gebruik.
8.3 Het is Huurder zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Verhuurder niet toegestaan de dienst-
en installatieruimten, de platten, daken, goten en de niet voor algemeen gebruik bestemde plaatsen van het
gehuurde of van het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt, te betreden of
te laten betreden of vervoermiddelen te stallen op andere dan de daartoe bestemde plaatsen.
8.4 Met betrekking tot de tijden waarbinnen en de wijze waarop laden en lossen plaatsvindt, zal Huurder zich
gedragen naar de voorschriften van de overheid en andere bevoegde instanties, alsook naar de redelijke
aanwijzingen van Verhuurder.
8.5 Huurder zal vluchtwegen en nooddeuren in het gehuurde en het gebouw of complex van gebouwen
waarvan het gehuurde deel uitmaakt te allen tijde vrij houden en de bereikbaarheid van
brandblusvoorzieningen garanderen.
Ook Verhuurder zal zich onthouden van het blokkeren van bedoelde vluchtwegen en nooddeuren.
8.6 Indien tot het gehuurde een lift, rolbaan, roltrap, automatisch deurmechanisme of een soortgelijke
voorziening behoort dan wel het gehuurde door middel of met behulp van een of meer van genoemde of
soortgelijke voorzieningen bereikbaar is, zal men uitsluitend op eigen risico van deze voorzieningen gebruik
kunnen maken. Huurder is aansprakelijk voor het goed en vakkundig gebruik van de eventueel tot het
gehuurde behorende technische installaties.
4/14
Schade
9.1 Huurder zal Verhuurder onverwijld in kennis stellen van een gebrek en van de (dreigende) schade die uit
dat gebrek of uit een andere oorzaak of omstandigheid voortvloeit. Huurder geeft Verhuurder daarbij een
– gelet op de aard van het gebrek- redelijke termijn, om een aanvang te maken met het verhelpen van een
voor rekening van Verhuurder komend gebrek. Huurder zal Verhuurder deze kennisgeving waaronder mede
begrepen de redelijke termijn zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigen.
9.2 Huurder neemt tijdig passende maatregelen ter voorkoming en beperking van schade aan het gehuurde
en aan het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt.
Indien de (dreigende) schade niet aan Huurder is toe te rekenen en de kosten voor passende maatregelen
aantoonbaar en redelijk zijn zal Verhuurder deze kosten op eerste verzoek van Huurder aan Huurder
vergoeden.
Aansprakelijkheid
10.1 Huurder is jegens Verhuurder aansprakelijk voor alle schade aan het gehuurde, tenzij Huurder bewijst
dat de schade hem en de personen waarvoor Huurder verantwoordelijk is, niet is toe te rekenen.
10.2 Huurder vrijwaart Verhuurder tegen boetes die Verhuurder worden opgelegd door gedragingen of
nalatigheden van Huurder.
10.3 Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van een gebrek en Huurder kan in geval van
een gebrek geen aanspraak maken op huurprijsvermindering en verrekening, behoudens de bevoegdheid
tot verrekening als bedoeld in artikel 7: 206 lid 3 Burgerlijk Wetboek.
10.4 Het gestelde in artikel 10.3 is in de navolgende omstandigheden niet van toepassing:
– ingeval van schade indien een gebrek een gevolg is van een toerekenbare ernstige tekortkoming van
Verhuurder;
– indien Verhuurder een gebrek bij het aangaan van de huurovereenkomst kende en met Huurder
daaromtrent geen nadere afspraken heeft gemaakt;
– indien het gehuurde op de ingangsdatum als bedoeld in artikel 3.1 van de huurovereenkomst niet
geschikt blijkt te zijn voor het gebruik als bedoeld in artikel 1.1 van de huurovereenkomst door aan
Verhuurder toe te rekenen omstandigheden;
– indien Verhuurder een gebrek bij het aangaan van de huurovereenkomst behoorde te kennen en
Huurder daarvan middels zijn onderzoeksplicht in artikel 2.3 niet op de hoogte had kunnen of behoren te
zijn dan wel dienaangaande geen onderzoek hoefde te doen;
– indien Verhuurder de door Huurder schriftelijk gestelde redelijke termijn als bedoeld in artikel 9.1 om een
aanvang te maken met het verhelpen van een voor rekening van Verhuurder komend gebrek, niet in
acht heeft genomen.
Kosten onderhoud, herstel en vernieuwingen, inspecties en keuringen
11.1 De in de huurovereenkomst en algemene bepalingen gebruikte termen onderhoud, herstel en
vernieuwing worden als volgt gedefinieerd:
– onderhoud: het ervoor zorgdragen dat een zaak in een goede toestand blijft, althans in de staat blijft
zoals die bij ingangsdatum van de huurovereenkomst bestond, behoudens normale gebruiksslijtage;
– herstel: het terugbrengen dan wel vervangen van een zaak in een staat die het mogelijk maakt dat deze
zaak weer kan worden gebruikt zoals bij ingangsdatum van de huurovereenkomst;
– vernieuwing: het vervangen van een zaak als gevolg van het bereiken van het einde van de technische
levensduur van die zaak.
11.2 Voor rekening van Verhuurder zijn de kosten van de hierna in artikel 11.4 weergegeven onderhouds-,
herstel-, en vernieuwingswerkzaamheden aan het gehuurde. Voor rekening van Huurder zijn de kosten van
de overige onderhouds-, herstel-, en vernieuwingswerkzaamheden, waaronder begrepen de kosten van
inspecties en keuringen, aan het gehuurde.
Indien het gehuurde deel uitmaakt van een gebouw of complex van gebouwen, geldt het bovenstaande
eveneens voor de kosten van de bedoelde werkzaamheden ten behoeve van het gebouw of complex van
gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt, zoals werkzaamheden aan gemeenschappelijke installaties,
ruimten en andere gemeenschappelijke voorzieningen een en ander pro rata parte.
11.3 Tenzij partijen anders zijn overeengekomen, worden de in artikelen 11.2,11.4 en 11.5 bedoelde
werkzaamheden verricht door, dan wel in opdracht van de partij voor wiens rekening die werkzaamheden
zijn. Partijen dienen tijdig tot het verrichten van bedoelde werkzaamheden over te gaan.
11.4 Voor rekening van Verhuurder zijn de kosten van:
a. onderhoud, herstel en vernieuwing van constructieve onderdelen van het gehuurde, zoals funderingen,
kolommen, balken, bouwvloeren, daken, platten, bouwmuren, buitengevels;
b. onderhoud, herstel en vernieuwing van tot het gehuurde behorende trappen, traptreden, rioleringen,
goten, buitenkozijnen, tenzij Huurder zijn verplichtingen op grond van artikel 11.5 sub k niet is nagekomen;
Schade
9.1 Huurder zal Verhuurder onverwijld in kennis stellen van een gebrek en van de (dreigende) schade die uit
dat gebrek of uit een andere oorzaak of omstandigheid voortvloeit. Huurder geeft Verhuurder daarbij een
– gelet op de aard van het gebrek- redelijke termijn, om een aanvang te maken met het verhelpen van een
voor rekening van Verhuurder komend gebrek. Huurder zal Verhuurder deze kennisgeving waaronder mede
begrepen de redelijke termijn zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigen.
9.2 Huurder neemt tijdig passende maatregelen ter voorkoming en beperking van schade aan het gehuurde
en aan het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt.
Indien de (dreigende) schade niet aan Huurder is toe te rekenen en de kosten voor passende maatregelen
aantoonbaar en redelijk zijn zal Verhuurder deze kosten op eerste verzoek van Huurder aan Huurder
vergoeden.
Aansprakelijkheid
10.1 Huurder is jegens Verhuurder aansprakelijk voor alle schade aan het gehuurde, tenzij Huurder bewijst
dat de schade hem en de personen waarvoor Huurder verantwoordelijk is, niet is toe te rekenen.
10.2 Huurder vrijwaart Verhuurder tegen boetes die Verhuurder worden opgelegd door gedragingen of
nalatigheden van Huurder.
10.3 Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van een gebrek en Huurder kan in geval van
een gebrek geen aanspraak maken op huurprijsvermindering en verrekening, behoudens de bevoegdheid
tot verrekening als bedoeld in artikel 7: 206 lid 3 Burgerlijk Wetboek.
10.4 Het gestelde in artikel 10.3 is in de navolgende omstandigheden niet van toepassing:
– ingeval van schade indien een gebrek een gevolg is van een toerekenbare ernstige tekortkoming van
Verhuurder;
– indien Verhuurder een gebrek bij het aangaan van de huurovereenkomst kende en met Huurder
daaromtrent geen nadere afspraken heeft gemaakt;
– indien het gehuurde op de ingangsdatum als bedoeld in artikel 3.1 van de huurovereenkomst niet
geschikt blijkt te zijn voor het gebruik als bedoeld in artikel 1.1 van de huurovereenkomst door aan
Verhuurder toe te rekenen omstandigheden;
– indien Verhuurder een gebrek bij het aangaan van de huurovereenkomst behoorde te kennen en
Huurder daarvan middels zijn onderzoeksplicht in artikel 2.3 niet op de hoogte had kunnen of behoren te
zijn dan wel dienaangaande geen onderzoek hoefde te doen;
– indien Verhuurder de door Huurder schriftelijk gestelde redelijke termijn als bedoeld in artikel 9.1 om een
aanvang te maken met het verhelpen van een voor rekening van Verhuurder komend gebrek, niet in
acht heeft genomen.
Kosten onderhoud, herstel en vernieuwingen, inspecties en keuringen
11.1 De in de huurovereenkomst en algemene bepalingen gebruikte termen onderhoud, herstel en
vernieuwing worden als volgt gedefinieerd:
– onderhoud: het ervoor zorgdragen dat een zaak in een goede toestand blijft, althans in de staat blijft
zoals die bij ingangsdatum van de huurovereenkomst bestond, behoudens normale gebruiksslijtage;
– herstel: het terugbrengen dan wel vervangen van een zaak in een staat die het mogelijk maakt dat deze
zaak weer kan worden gebruikt zoals bij ingangsdatum van de huurovereenkomst;
– vernieuwing: het vervangen van een zaak als gevolg van het bereiken van het einde van de technische
levensduur van die zaak.
11.2 Voor rekening van Verhuurder zijn de kosten van de hierna in artikel 11.4 weergegeven onderhouds-,
herstel-, en vernieuwingswerkzaamheden aan het gehuurde. Voor rekening van Huurder zijn de kosten van
de overige onderhouds-, herstel-, en vernieuwingswerkzaamheden, waaronder begrepen de kosten van
inspecties en keuringen, aan het gehuurde.
Indien het gehuurde deel uitmaakt van een gebouw of complex van gebouwen, geldt het bovenstaande
eveneens voor de kosten van de bedoelde werkzaamheden ten behoeve van het gebouw of complex van
gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt, zoals werkzaamheden aan gemeenschappelijke installaties,
ruimten en andere gemeenschappelijke voorzieningen een en ander pro rata parte.
11.3 Tenzij partijen anders zijn overeengekomen, worden de in artikelen 11.2,11.4 en 11.5 bedoelde
werkzaamheden verricht door, dan wel in opdracht van de partij voor wiens rekening die werkzaamheden
zijn. Partijen dienen tijdig tot het verrichten van bedoelde werkzaamheden over te gaan.
11.4 Voor rekening van Verhuurder zijn de kosten van:
a. onderhoud, herstel en vernieuwing van constructieve onderdelen van het gehuurde, zoals funderingen,
kolommen, balken, bouwvloeren, daken, platten, bouwmuren, buitengevels;
b. onderhoud, herstel en vernieuwing van tot het gehuurde behorende trappen, traptreden, rioleringen,
goten, buitenkozijnen, tenzij Huurder zijn verplichtingen op grond van artikel 11.5 sub k niet is nagekomen;
c. vervanging van onderdelen en vernieuwing van tot het gehuurde behorende installaties;
d. buitenschilderwerk.
De onder a t/m d genoemde werkzaamheden zijn voor rekening van Verhuurder, tenzij het werkzaamheden
betreft die moeten worden beschouwd als kleine herstellingen waaronder begrepen gering en dagelijks
onderhoud in de zin van de wet dan wel werkzaamheden aan zaken die niet door of vanwege Verhuurder in,
op of aan het gehuurde zijn aangebracht.
11.5 Ter verduidelijking dan wel in afwijking of in aanvulling op artikel 11.2 zijn voor rekening van Huurder:
a. het uitwendig onderhoud indien en voor zover het werkzaamheden betreft die moeten worden beschouwd
als kleine herstellingen waaronder begrepen gering en dagelijks onderhoud in de zin van de wet, alsmede
inwendig onderhoud niet zijnde onderhoud als bedoeld in artikel 11.4 een en ander onverminderd het hier
verder bepaalde;
b. onderhoud, herstel en vernieuwing van schakelaars, lampen, verlichting (inclusief armaturen), accu’s,
binnenschilderwerk, stopcontacten, hang- en sluitwerk, beglazing en glasdeuren, spiegel-, venster- en
andere ruiten;
c. onderhoud en herstel van rolluiken, jaloezieën, markiezen en andere zonwering;
d. onderhoud en herstel van het systeemplafond inclusief armaturen, belinstallaties, gootstenen,
pantryinrichting, sanitair;
e. onderhoud en herstel van leidingen en kranen van gas, water en elektriciteit, brand-, braak- en
diefstalpreventieve voorzieningen met al wat daartoe behoort;
f. onderhoud en herstel van erfafscheidingen, tuin en erf waaronder de bestrating;
g. het periodiek en correctief onderhoud, alsmede de periodieke keuringen en het afstandsbeheer van de tot
het gehuurde behorende technische installaties, waaronder mede begrepen vernieuwing van kleine
onderdelen. Deze werkzaamheden mogen slechts worden verricht door bedrijven die door Verhuurder zijn
goedgekeurd;
h. al dan niet van overheidswege voorgeschreven en andere redelijkerwijs noodzakelijk geachte (zowel
periodieke als incidentele) keuringen en inspecties op het gebied van deugdelijkheid en veiligheid of ter
controle van de goede werking van tot het gehuurde of zijn onroerende aanhorigheden behorende (al dan
niet technische) installaties; bedoelde keuringen en inspecties worden in opdracht van Verhuurder verricht;
wat betreft de daaraan verbonden kosten is het hierna gestelde in artikelen 18.3 tot en met 18.8 voor zover
mogelijk van toepassing;
i. onderhoud, herstel en vernieuwing van stoffering en vloerbedekking als mede zaken die door of vanwege
Huurder al dan niet uit hoofde van een aan Huurder door Verhuurder ter beschikking gestelde stelpost, zijn
of worden aangebracht;
j. de zorg voor het schoonmaken en schoonhouden van het gehuurde, zowel in- als uitwendig, waaronder
mede wordt verstaan het schoonhouden van ramen, van rolluiken, jaloezieën, markiezen en andere
zonwering, kozijnen en gevels van het gehuurde, alsook het verwijderen van graffiti aangebracht op het
gehuurde;
k. de zorg voor het legen van vetvangputten, het schoonmaken en ontstoppen van putten, goten en alle
afvoeren/ rioleringen tot aan de gemeentelijke hoofdriolering van het gehuurde, het vegen van schoorstenen
en het reinigen van ventilatiekanalen.
11.6 Onderhoud, herstel en vernieuwing van door of vanwege Huurder aangebrachte veranderingen en
toevoegingen zijn voor rekening van Huurder.
11.7 Indien Huurder na aanmaning nalaat voor zijn rekening komend onderhoud of herstel uit te voeren –
dan wel indien naar het oordeel van Verhuurder deze werkzaamheden op onoordeelkundige of slechte wijze
zijn uitgevoerd – is Verhuurder gerechtigd de door hem noodzakelijk geachte onderhouds-, herstel of
vernieuwingswerkzaamheden voor rekening en risico van Huurder te verrichten of te doen verrichten.
Indien de voor rekening van Huurder komende werkzaamheden geen uitstel kunnen gedogen, is Verhuurder
gerechtigd deze terstond voor Huurders rekening te verrichten of te doen verrichten.
11.8 Bij door Verhuurder uit te voeren onderhouds-, herstel-, of vernieuwingswerkzaamheden zal Verhuurder
tevoren met Huurder overleggen op welke wijze daarbij zoveel mogelijk met diens belangen rekening kan
worden gehouden. Vinden deze werkzaamheden op wens van Huurder buiten normale werktijden plaats,
dan komen de extra kosten daarvan voor rekening van Huurder.
11.9 Huurder is aansprakelijk voor het goed en vakkundig gebruik van de technische installaties in het
gehuurde. Huurder is eveneens aansprakelijk voor het door hem of in zijn opdracht aan de installaties
uitgevoerd onderhoud. De omstandigheid dat het onderhoud is uitgevoerd door een door Verhuurder
goedgekeurd bedrijf ontslaat Huurder niet van deze aansprakelijkheid.
11.10 Indien Huurder en Verhuurder overeen zijn gekomen dat de voor rekening van Huurder komende
werkzaamheden in verband met het onderhoud, herstel en vernieuwing in, op of aan het gehuurde, het
gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt als genoemd in artikelen 11.2, 11.5
en 11.6 niet in opdracht van Huurder maar van Verhuurder worden uitgevoerd, dan worden de kosten
d. buitenschilderwerk.
De onder a t/m d genoemde werkzaamheden zijn voor rekening van Verhuurder, tenzij het werkzaamheden
betreft die moeten worden beschouwd als kleine herstellingen waaronder begrepen gering en dagelijks
onderhoud in de zin van de wet dan wel werkzaamheden aan zaken die niet door of vanwege Verhuurder in,
op of aan het gehuurde zijn aangebracht.
11.5 Ter verduidelijking dan wel in afwijking of in aanvulling op artikel 11.2 zijn voor rekening van Huurder:
a. het uitwendig onderhoud indien en voor zover het werkzaamheden betreft die moeten worden beschouwd
als kleine herstellingen waaronder begrepen gering en dagelijks onderhoud in de zin van de wet, alsmede
inwendig onderhoud niet zijnde onderhoud als bedoeld in artikel 11.4 een en ander onverminderd het hier
verder bepaalde;
b. onderhoud, herstel en vernieuwing van schakelaars, lampen, verlichting (inclusief armaturen), accu’s,
binnenschilderwerk, stopcontacten, hang- en sluitwerk, beglazing en glasdeuren, spiegel-, venster- en
andere ruiten;
c. onderhoud en herstel van rolluiken, jaloezieën, markiezen en andere zonwering;
d. onderhoud en herstel van het systeemplafond inclusief armaturen, belinstallaties, gootstenen,
pantryinrichting, sanitair;
e. onderhoud en herstel van leidingen en kranen van gas, water en elektriciteit, brand-, braak- en
diefstalpreventieve voorzieningen met al wat daartoe behoort;
f. onderhoud en herstel van erfafscheidingen, tuin en erf waaronder de bestrating;
g. het periodiek en correctief onderhoud, alsmede de periodieke keuringen en het afstandsbeheer van de tot
het gehuurde behorende technische installaties, waaronder mede begrepen vernieuwing van kleine
onderdelen. Deze werkzaamheden mogen slechts worden verricht door bedrijven die door Verhuurder zijn
goedgekeurd;
h. al dan niet van overheidswege voorgeschreven en andere redelijkerwijs noodzakelijk geachte (zowel
periodieke als incidentele) keuringen en inspecties op het gebied van deugdelijkheid en veiligheid of ter
controle van de goede werking van tot het gehuurde of zijn onroerende aanhorigheden behorende (al dan
niet technische) installaties; bedoelde keuringen en inspecties worden in opdracht van Verhuurder verricht;
wat betreft de daaraan verbonden kosten is het hierna gestelde in artikelen 18.3 tot en met 18.8 voor zover
mogelijk van toepassing;
i. onderhoud, herstel en vernieuwing van stoffering en vloerbedekking als mede zaken die door of vanwege
Huurder al dan niet uit hoofde van een aan Huurder door Verhuurder ter beschikking gestelde stelpost, zijn
of worden aangebracht;
j. de zorg voor het schoonmaken en schoonhouden van het gehuurde, zowel in- als uitwendig, waaronder
mede wordt verstaan het schoonhouden van ramen, van rolluiken, jaloezieën, markiezen en andere
zonwering, kozijnen en gevels van het gehuurde, alsook het verwijderen van graffiti aangebracht op het
gehuurde;
k. de zorg voor het legen van vetvangputten, het schoonmaken en ontstoppen van putten, goten en alle
afvoeren/ rioleringen tot aan de gemeentelijke hoofdriolering van het gehuurde, het vegen van schoorstenen
en het reinigen van ventilatiekanalen.
11.6 Onderhoud, herstel en vernieuwing van door of vanwege Huurder aangebrachte veranderingen en
toevoegingen zijn voor rekening van Huurder.
11.7 Indien Huurder na aanmaning nalaat voor zijn rekening komend onderhoud of herstel uit te voeren –
dan wel indien naar het oordeel van Verhuurder deze werkzaamheden op onoordeelkundige of slechte wijze
zijn uitgevoerd – is Verhuurder gerechtigd de door hem noodzakelijk geachte onderhouds-, herstel of
vernieuwingswerkzaamheden voor rekening en risico van Huurder te verrichten of te doen verrichten.
Indien de voor rekening van Huurder komende werkzaamheden geen uitstel kunnen gedogen, is Verhuurder
gerechtigd deze terstond voor Huurders rekening te verrichten of te doen verrichten.
11.8 Bij door Verhuurder uit te voeren onderhouds-, herstel-, of vernieuwingswerkzaamheden zal Verhuurder
tevoren met Huurder overleggen op welke wijze daarbij zoveel mogelijk met diens belangen rekening kan
worden gehouden. Vinden deze werkzaamheden op wens van Huurder buiten normale werktijden plaats,
dan komen de extra kosten daarvan voor rekening van Huurder.
11.9 Huurder is aansprakelijk voor het goed en vakkundig gebruik van de technische installaties in het
gehuurde. Huurder is eveneens aansprakelijk voor het door hem of in zijn opdracht aan de installaties
uitgevoerd onderhoud. De omstandigheid dat het onderhoud is uitgevoerd door een door Verhuurder
goedgekeurd bedrijf ontslaat Huurder niet van deze aansprakelijkheid.
11.10 Indien Huurder en Verhuurder overeen zijn gekomen dat de voor rekening van Huurder komende
werkzaamheden in verband met het onderhoud, herstel en vernieuwing in, op of aan het gehuurde, het
gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt als genoemd in artikelen 11.2, 11.5
en 11.6 niet in opdracht van Huurder maar van Verhuurder worden uitgevoerd, dan worden de kosten
hiervan door Verhuurder aan Huurder doorberekend. In een aantal gevallen wordt daartoe door Verhuurder
onderhoudscontracten afgesloten.
Veranderingen en toevoegingen door Huurder
12.1 Huurder zal Verhuurder te allen tijde tijdig tevoren schriftelijk informeren over iedere verandering of
toevoeging. Hieronder vallen onder meer doch niet uitsluitend alle wijzigingen die een effect zouden kunnen
hebben op de op het gehuurde toepasselijke vergunningen. Huurder dient ervoor zorg te dragen dat hij van
de partij die veranderingen en toevoegingen uitvoert, bedingt dat deze afziet van zijn retentierecht.
12.2 Zonder toestemming van Verhuurder is Huurder bevoegd veranderingen en/of toevoegingen in het
gehuurde aan te brengen, die voor de exploitatie van het bedrijf van Huurder nodig zijn, mits de
veranderingen en toevoegingen niet de (bouwkundige) constructie van het gehuurde en/of (technische)
voorzieningen die deel uitmaken van het gehuurde of het complex van gebouwen waarvan het gehuurde
deel uit maakt, betreffen of beïnvloeden.
12.3 Voor alle veranderingen en toevoegingen anders dan bedoeld in artikel 12.2 behoeft Huurder de
voorafgaande schriftelijke toestemming van Verhuurder.
12.4 Onder de in artikel 12.2 bedoelde veranderingen en/of toevoegingen vallen niet veranderingen en
toevoegingen aan de buitenzijde van het gehuurde, waaronder naamsaanduidingen en reclames van
Huurder. Daarvoor is steeds de schriftelijke toestemming van Verhuurder nodig en dient Huurder de redelijke
aanwijzingen van Verhuurder op te volgen. Verhuurder zal de toestemming niet op onredelijke gronden
onthouden. Het is Huurder voorts zonder schriftelijke toestemming van Verhuurder niet toegestaan ramen en
etalages af te plakken of anderszins ondoorzichtig te maken.
12.5 Huurder dient voor diens rekening voor het aanbrengen van veranderingen en/of toevoegingen in het
gehuurde steeds (nader) te onderzoeken of er sprake is van aanwezigheid van asbest op de locatie waar de
veranderingen en/of toevoegingen zullen plaatsvinden. Huurder dient de resultaten van dit (nader)
onderzoek aan Verhuurder mee te delen en bij aanwezigheid van asbest over te gaan tot overleg met
Verhuurder. Huurder vrijwaart Verhuurder voor alle mogelijke schade en gevolgen indien Huurder, bij
aanwezigheid van asbest, overgaat tot het (laten) uitvoeren van genoemde werkzaamheden.
12.6 Huurder staat er voor in dat andere gebruikers van het gebouw of het complex van gebouwen waarvan
het gehuurde deel uitmaakt geen hinder, schade en/of overlast van veranderingen en toevoegingen
ondervinden, ongeacht of toestemming vereist is en/of is verleend.
12.7 Indien voor een verandering of toevoeging een vergunning, ontheffing of toestemming van een derde
vereist is, zal Huurder deze aanvragen en zal Huurder zich houden aan alle daarop betrekking hebbende
voorschriften.
12.8 Alle aan de veranderingen en toevoegingen verbonden kosten en leges zijn voor rekening van Huurder
voor zover die in opdracht van of voor rekening van Huurder zijn gemaakt.
12.9 De door Huurder al dan niet met toestemming van Verhuurder aangebrachte veranderingen en
toevoegingen maken geen deel uit van het gehuurde. Verhuurder heeft met betrekking tot deze
veranderingen en toevoegingen geen onderhouds-, herstel of vernieuwingsverplichting.
12.10 Huurder is aansprakelijk voor schade die het gevolg is van door of namens hem aangebrachte
veranderingen en toevoegingen.
12.11 Huurder dient de door Verhuurder gegeven redelijke aanwijzingen in acht te nemen en Huurder
vrijwaart Verhuurder voor aanspraken van derden voor schade veroorzaakt door Huurder aangebrachte
veranderingen en voorzieningen.
12.12 Huurder zal in geval van hinder, overlast en/of (dreigende) schade vanwege een verandering of
toevoeging al die maatregelen nemen om de schade ongedaan te maken en hinder en overlast te
voorkomen.
12.13 Indien door Huurder aangebrachte zaken in verband met werkzaamheden aan het gehuurde of het
gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt tijdelijk moeten worden verwijderd,
zullen de kosten van verwijdering, eventuele opslag en het opnieuw aanbrengen voor rekening van Huurder
komen.
12.14 Huurder is verplicht veranderingen en toevoegingen voor het einde van de huurovereenkomst
ongedaan te maken en de daardoor ontstane schade te herstellen tenzij Verhuurder hem van deze
verplichting ontslaat.
12.15 Huurder doet afstand van alle rechten en aanspraken uit ongerechtvaardigde verrijking in verband met
de door of namens Huurder aangebrachte veranderingen of toevoegingen die bij het einde van de huur niet
ongedaan zijn gemaakt, tenzij partijen schriftelijk anders zijn overeengekomen.
Onderhoud en renovatie door Verhuurder
13.1 Het is Verhuurder toegestaan om op, aan of in het gehuurde of het gebouw of complex van gebouwen
waarvan het gehuurde deel uitmaakt of aan belendingen werkzaamheden en onderzoek te (doen) verrichten
onderhoudscontracten afgesloten.
Veranderingen en toevoegingen door Huurder
12.1 Huurder zal Verhuurder te allen tijde tijdig tevoren schriftelijk informeren over iedere verandering of
toevoeging. Hieronder vallen onder meer doch niet uitsluitend alle wijzigingen die een effect zouden kunnen
hebben op de op het gehuurde toepasselijke vergunningen. Huurder dient ervoor zorg te dragen dat hij van
de partij die veranderingen en toevoegingen uitvoert, bedingt dat deze afziet van zijn retentierecht.
12.2 Zonder toestemming van Verhuurder is Huurder bevoegd veranderingen en/of toevoegingen in het
gehuurde aan te brengen, die voor de exploitatie van het bedrijf van Huurder nodig zijn, mits de
veranderingen en toevoegingen niet de (bouwkundige) constructie van het gehuurde en/of (technische)
voorzieningen die deel uitmaken van het gehuurde of het complex van gebouwen waarvan het gehuurde
deel uit maakt, betreffen of beïnvloeden.
12.3 Voor alle veranderingen en toevoegingen anders dan bedoeld in artikel 12.2 behoeft Huurder de
voorafgaande schriftelijke toestemming van Verhuurder.
12.4 Onder de in artikel 12.2 bedoelde veranderingen en/of toevoegingen vallen niet veranderingen en
toevoegingen aan de buitenzijde van het gehuurde, waaronder naamsaanduidingen en reclames van
Huurder. Daarvoor is steeds de schriftelijke toestemming van Verhuurder nodig en dient Huurder de redelijke
aanwijzingen van Verhuurder op te volgen. Verhuurder zal de toestemming niet op onredelijke gronden
onthouden. Het is Huurder voorts zonder schriftelijke toestemming van Verhuurder niet toegestaan ramen en
etalages af te plakken of anderszins ondoorzichtig te maken.
12.5 Huurder dient voor diens rekening voor het aanbrengen van veranderingen en/of toevoegingen in het
gehuurde steeds (nader) te onderzoeken of er sprake is van aanwezigheid van asbest op de locatie waar de
veranderingen en/of toevoegingen zullen plaatsvinden. Huurder dient de resultaten van dit (nader)
onderzoek aan Verhuurder mee te delen en bij aanwezigheid van asbest over te gaan tot overleg met
Verhuurder. Huurder vrijwaart Verhuurder voor alle mogelijke schade en gevolgen indien Huurder, bij
aanwezigheid van asbest, overgaat tot het (laten) uitvoeren van genoemde werkzaamheden.
12.6 Huurder staat er voor in dat andere gebruikers van het gebouw of het complex van gebouwen waarvan
het gehuurde deel uitmaakt geen hinder, schade en/of overlast van veranderingen en toevoegingen
ondervinden, ongeacht of toestemming vereist is en/of is verleend.
12.7 Indien voor een verandering of toevoeging een vergunning, ontheffing of toestemming van een derde
vereist is, zal Huurder deze aanvragen en zal Huurder zich houden aan alle daarop betrekking hebbende
voorschriften.
12.8 Alle aan de veranderingen en toevoegingen verbonden kosten en leges zijn voor rekening van Huurder
voor zover die in opdracht van of voor rekening van Huurder zijn gemaakt.
12.9 De door Huurder al dan niet met toestemming van Verhuurder aangebrachte veranderingen en
toevoegingen maken geen deel uit van het gehuurde. Verhuurder heeft met betrekking tot deze
veranderingen en toevoegingen geen onderhouds-, herstel of vernieuwingsverplichting.
12.10 Huurder is aansprakelijk voor schade die het gevolg is van door of namens hem aangebrachte
veranderingen en toevoegingen.
12.11 Huurder dient de door Verhuurder gegeven redelijke aanwijzingen in acht te nemen en Huurder
vrijwaart Verhuurder voor aanspraken van derden voor schade veroorzaakt door Huurder aangebrachte
veranderingen en voorzieningen.
12.12 Huurder zal in geval van hinder, overlast en/of (dreigende) schade vanwege een verandering of
toevoeging al die maatregelen nemen om de schade ongedaan te maken en hinder en overlast te
voorkomen.
12.13 Indien door Huurder aangebrachte zaken in verband met werkzaamheden aan het gehuurde of het
gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt tijdelijk moeten worden verwijderd,
zullen de kosten van verwijdering, eventuele opslag en het opnieuw aanbrengen voor rekening van Huurder
komen.
12.14 Huurder is verplicht veranderingen en toevoegingen voor het einde van de huurovereenkomst
ongedaan te maken en de daardoor ontstane schade te herstellen tenzij Verhuurder hem van deze
verplichting ontslaat.
12.15 Huurder doet afstand van alle rechten en aanspraken uit ongerechtvaardigde verrijking in verband met
de door of namens Huurder aangebrachte veranderingen of toevoegingen die bij het einde van de huur niet
ongedaan zijn gemaakt, tenzij partijen schriftelijk anders zijn overeengekomen.
Onderhoud en renovatie door Verhuurder
13.1 Het is Verhuurder toegestaan om op, aan of in het gehuurde of het gebouw of complex van gebouwen
waarvan het gehuurde deel uitmaakt of aan belendingen werkzaamheden en onderzoek te (doen) verrichten
in het kader van onderhoud, herstel en vernieuwing. Daarin zijn begrepen het aanbrengen van extra
voorzieningen en wijzigingen of werkzaamheden die nodig zijn in verband met (milieu-) eisen of maatregelen
van de overheid of nutsbedrijven of andere daartoe bevoegde instanties.
13.2 Als Verhuurder wenst over te gaan tot renovatie van het gehuurde zal hij Huurder een renovatievoorstel
doen. Een renovatievoorstel van Verhuurder wordt vermoed redelijk te zijn, indien het de instemming heeft
van tenminste 51 % van de Huurders waarvan het gehuurde bij de renovatie betrokken is en die Huurders
samen tenminste 70% van het aantal m2 verhuurbaar vloeroppervlak inclusief leegstand huren van het
gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt en dat bij de renovatie betrokken is.
Ten behoeve van de procentuele berekening wordt Verhuurder als Huurder van het niet verhuurde aantal
m2 verhuurbaar vloeroppervlak aangemerkt.
13.3 Onder renovatie wordt verstaan (gedeeltelijke) sloop, vervangende nieuwbouw, toevoegingen en
veranderingen van het gehuurde of van het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel
uitmaakt.
13.4 Het gestelde in artikel 7: 220 leden 1, 2 en 3 Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing. Renovatie en
onderhoudswerkzaamheden van het gehuurde, ook indien ingrijpend op de ondernemingsactiviteiten van de
Huurder of van het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt, leveren voor
Huurder geen gebrek op. Huurder zal onderhoudswerkzaamheden en renovatie van het gehuurde of van
gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt, gedogen en Verhuurder daartoe in
de gelegenheid stellen. Verhuurder zal redelijke proportionele maatregelen nemen om aantasting van het
huurgenot zoveel mogelijk te beperken.
13.5 Ten aanzien van die gedeelten van het gehuurde waartoe Huurder geen exclusief gebruiksrecht heeft,
zoals gemeenschappelijke ruimten, liften, (rol)trappen, trappenhuizen, gangen, toegangen en of andere
onroerende aanhorigheden is het Verhuurder toegestaan de gedaante en de inrichting daarvan aan te
passen en deze gedeelten van het gehuurde te verplaatsen mits het gebruik als bedoeld in artikel 1.2 van de
huurovereenkomst mogelijk blijft.
Verzoeken/toestemming
14.1 Iedere afwijking/aanvulling van deze huurovereenkomst dient schriftelijk te worden overeengekomen.
14.2 Indien en voor zover in enige bepaling van deze huurovereenkomst de toestemming van Verhuurder of
Huurder wordt vereist, zal Verhuurder of Huurder deze niet onredelijk weigeren en of vertragen en wordt
deze alleen dan geacht te zijn verleend indien deze schriftelijk is verstrekt.
14.3 Een door Verhuurder of Huurder gegeven toestemming is eenmalig en geldt niet voor andere of
opvolgende gevallen. Verhuurder of Huurder is gerechtigd om aan die toestemming redelijke voorwaarden te
verbinden.
Wijziging organisatie Huurder/Verhuurder
15 Partijen zijn verplicht om elkaar telkens schriftelijk op de hoogte te stellen van voorgenomen relevante
wijzigingen in zijn/haar organisatie, waaronder begrepen de vennootschapsrechtelijke structuur. De hiervoor
bedoelde mededeling dient de andere partij op een zodanig tijdstip te bereiken dat deze nog tijdig alle
maatregelen kan nemen ten aanzien van de voorgenomen wijziging. Onder deze maatregelen worden onder
meer, doch niet uitsluitend, begrepen juridische acties, zoals het aantekenen van verzet tegen een voorstel
tot juridische fusie of splitsing.
Taxatie en bezichtiging van het gehuurde
16.1 Indien Verhuurder een taxatie van het gehuurde wil (laten) verrichten, dan wel wenst over te gaan tot
het verrichten van werkzaamheden in, op of aan het gehuurde is Huurder verplicht Verhuurder of degene die
zich ter zake bij Huurder zal vervoegen, toegang te verlenen en tot de werkzaamheden in staat te stellen.
16.2 Ter uitvoering van het in het eerste lid vermelde zijn Verhuurder en/of alle door hem aan te wijzen
personen gerechtigd het gehuurde na overleg met Huurder op werkdagen tussen 07.00 en 17.30 uur te
betreden. In noodgevallen is Verhuurder gerechtigd ook zonder overleg en zo nodig buiten vermelde
tijdstippen het gehuurde te betreden.
16.3 Bij voorgenomen verhuur, verkoop of veiling van het gehuurde en gedurende een jaar voor het einde
van de huurovereenkomst, is Huurder verplicht, zonder daar enige aanspraak aan te ontlenen, gedurende
minstens twee werkdagen per week, na voorafgaande mededeling door Verhuurder of diens gemachtigde,
gelegenheid te geven tot bezichtiging van het gehuurde. Huurder zal de gebruikelijke ‘te huur’ of ‘te koop’
borden of biljetten aan of bij het gehuurde gedogen.
Huurprijswijziging
17 vervallen
voorzieningen en wijzigingen of werkzaamheden die nodig zijn in verband met (milieu-) eisen of maatregelen
van de overheid of nutsbedrijven of andere daartoe bevoegde instanties.
13.2 Als Verhuurder wenst over te gaan tot renovatie van het gehuurde zal hij Huurder een renovatievoorstel
doen. Een renovatievoorstel van Verhuurder wordt vermoed redelijk te zijn, indien het de instemming heeft
van tenminste 51 % van de Huurders waarvan het gehuurde bij de renovatie betrokken is en die Huurders
samen tenminste 70% van het aantal m2 verhuurbaar vloeroppervlak inclusief leegstand huren van het
gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt en dat bij de renovatie betrokken is.
Ten behoeve van de procentuele berekening wordt Verhuurder als Huurder van het niet verhuurde aantal
m2 verhuurbaar vloeroppervlak aangemerkt.
13.3 Onder renovatie wordt verstaan (gedeeltelijke) sloop, vervangende nieuwbouw, toevoegingen en
veranderingen van het gehuurde of van het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel
uitmaakt.
13.4 Het gestelde in artikel 7: 220 leden 1, 2 en 3 Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing. Renovatie en
onderhoudswerkzaamheden van het gehuurde, ook indien ingrijpend op de ondernemingsactiviteiten van de
Huurder of van het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt, leveren voor
Huurder geen gebrek op. Huurder zal onderhoudswerkzaamheden en renovatie van het gehuurde of van
gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt, gedogen en Verhuurder daartoe in
de gelegenheid stellen. Verhuurder zal redelijke proportionele maatregelen nemen om aantasting van het
huurgenot zoveel mogelijk te beperken.
13.5 Ten aanzien van die gedeelten van het gehuurde waartoe Huurder geen exclusief gebruiksrecht heeft,
zoals gemeenschappelijke ruimten, liften, (rol)trappen, trappenhuizen, gangen, toegangen en of andere
onroerende aanhorigheden is het Verhuurder toegestaan de gedaante en de inrichting daarvan aan te
passen en deze gedeelten van het gehuurde te verplaatsen mits het gebruik als bedoeld in artikel 1.2 van de
huurovereenkomst mogelijk blijft.
Verzoeken/toestemming
14.1 Iedere afwijking/aanvulling van deze huurovereenkomst dient schriftelijk te worden overeengekomen.
14.2 Indien en voor zover in enige bepaling van deze huurovereenkomst de toestemming van Verhuurder of
Huurder wordt vereist, zal Verhuurder of Huurder deze niet onredelijk weigeren en of vertragen en wordt
deze alleen dan geacht te zijn verleend indien deze schriftelijk is verstrekt.
14.3 Een door Verhuurder of Huurder gegeven toestemming is eenmalig en geldt niet voor andere of
opvolgende gevallen. Verhuurder of Huurder is gerechtigd om aan die toestemming redelijke voorwaarden te
verbinden.
Wijziging organisatie Huurder/Verhuurder
15 Partijen zijn verplicht om elkaar telkens schriftelijk op de hoogte te stellen van voorgenomen relevante
wijzigingen in zijn/haar organisatie, waaronder begrepen de vennootschapsrechtelijke structuur. De hiervoor
bedoelde mededeling dient de andere partij op een zodanig tijdstip te bereiken dat deze nog tijdig alle
maatregelen kan nemen ten aanzien van de voorgenomen wijziging. Onder deze maatregelen worden onder
meer, doch niet uitsluitend, begrepen juridische acties, zoals het aantekenen van verzet tegen een voorstel
tot juridische fusie of splitsing.
Taxatie en bezichtiging van het gehuurde
16.1 Indien Verhuurder een taxatie van het gehuurde wil (laten) verrichten, dan wel wenst over te gaan tot
het verrichten van werkzaamheden in, op of aan het gehuurde is Huurder verplicht Verhuurder of degene die
zich ter zake bij Huurder zal vervoegen, toegang te verlenen en tot de werkzaamheden in staat te stellen.
16.2 Ter uitvoering van het in het eerste lid vermelde zijn Verhuurder en/of alle door hem aan te wijzen
personen gerechtigd het gehuurde na overleg met Huurder op werkdagen tussen 07.00 en 17.30 uur te
betreden. In noodgevallen is Verhuurder gerechtigd ook zonder overleg en zo nodig buiten vermelde
tijdstippen het gehuurde te betreden.
16.3 Bij voorgenomen verhuur, verkoop of veiling van het gehuurde en gedurende een jaar voor het einde
van de huurovereenkomst, is Huurder verplicht, zonder daar enige aanspraak aan te ontlenen, gedurende
minstens twee werkdagen per week, na voorafgaande mededeling door Verhuurder of diens gemachtigde,
gelegenheid te geven tot bezichtiging van het gehuurde. Huurder zal de gebruikelijke ‘te huur’ of ‘te koop’
borden of biljetten aan of bij het gehuurde gedogen.
Huurprijswijziging
17 vervallen
Kosten van nutsvoorzieningen
18.1 Boven de huurprijs zijn voor rekening van Huurder de kosten van levering, transport, de meting en het
verbruik van water en energie ten behoeve van het gehuurde, waaronder begrepen de kosten van het
aangaan van de betreffende overeenkomsten en de meterhuur, alsmede eventuele andere kosten en boetes
die door de nutsbedrijven in rekening worden gebracht. Huurder dient zelf de overeenkomsten tot levering
van nutsvoorzieningen met de betrokken instanties af te sluiten, tenzij het gehuurde geen afzonderlijke
aansluitingen heeft en/of Verhuurder als onderdeel van de overeengekomen levering van nutsvoorzieningen
hiervoor zorgdraagt.1
18.2 lndien tussen partijen geen bijkomende levering van nutsvoorzieningen is overeengekomen, draagt
Huurder voor eigen rekening en risico en ten genoegen van Verhuurder daar zorg voor.2
18.3 lndien partijen zijn overeengekomen dat door of vanwege Verhuurder bijkomende levering van
nutsvoorzieningen wordt verzorgd, stelt Verhuurder de daarvoor door Huurder verschuldigde vergoeding
vast op basis van de kosten die met de levering van nutsvoorzieningen en de daaraan verbonden
administratieve werkzaamheden zijn gemoeid. Voor zover het gehuurde deel uitmaakt van een gebouw of
complex van gebouwen en de levering van nutsvoorzieningen mede betrekking heeft op andere daartoe
behorende gedeelten, stelt Verhuurder het redelijkerwijs voor rekening van Huurder komende aandeel in de
kosten van die levering van nutsvoorzieningen vast. Verhuurder hoeft daarbij geen rekening te houden met
de omstandigheid dat Huurder van een of meer van deze leveringen van nutsvoorzieningen gebruik maakt.
Als een of meer gedeelten van het gebouw of complex van gebouwen niet in gebruik zijn, draagt Verhuurder
er bij de bepaling van Huurders aandeel zorg voor dat dit niet hoger wordt dan wanneer het gebouw of
complex van gebouwen volledig in gebruik zou zijn.3
18.4 Na afloop van het jaar waarop de kosten voor nutsvoorzieningen betrekking hebben, verstrekt
Verhuurder aan Huurder binnen 12 maanden na afloop van het jaar over elk jaar een rubrieksgewijs
overzicht van de kosten van de nutsvoorzieningen, met vermelding van de wijze van berekening daarvan en
van, voor zover van toepassing, het aandeel van Huurder in die kosten op zodanige wijze dat Huurder de
toerekening van de kosten zelfstandig kan vaststellen. Uitgangspunt is dat Verhuurder het rubrieksgewijs
overzicht binnen 12 maanden na afloop van het jaar verstrekt. Indien Verhuurder niet in staat is dit overzicht
tijdig te verstrekken zal Verhuurder dit met redenen omkleed aan Huurder meedelen.
De wettelijke verjaringstermijn vangt aan na afloop van het jaar waarop de vergoedingen voor
nutsvoorzieningen betrekking hebben.
18.5 Na het einde van de huur wordt een overzicht verstrekt over de periode waarover dit nog niet was
geschied. Verstrekking van dit laatste overzicht vindt plaats na verloop van maximaal 12 maanden na afloop
van het jaar waarop de vergoedingen voor nutsvoorzieningen betrekking hebben tenzij Verhuurder niet in
staat is dit overzicht te verstrekken. Verhuurder zal dit met redenen omkleed aan Huurder meedelen.
Huurder noch Verhuurder zal voortijdig aanspraak maken op verrekening.
18.6 Wat blijkens het overzicht over de betreffende periode, rekening houdend met voorschotbetalingen,
door Huurder te weinig is betaald of door Verhuurder te veeI is ontvangen, wordt binnen drie maanden na
verstrekking van het overzicht bijbetaald of terugbetaald. Betwisting van de juistheid van het overzicht heeft
geen schorsing van deze verplichting tot betaling tot gevolg.4
18.7 Verhuurder heeft het recht de levering van nutsvoorzieningen, na overleg met Huurder, naar soort en
omvang te wijzigen.5
18.8 Verhuurder heeft het recht het door Huurder verschuldigde voorschot op de vergoeding voor
nutsvoorzieningen tussentijds aan te passen aan de door hem verwachte kosten, onder meer in een geval
als bedoeld in artikel 18.7.
18.9 Ter zake van de levering van gas, elektriciteit, warmte en/of (warm) water dat tot de door Verhuurder
verzorgde levering van nutsvoorzieningen behoort, kan Verhuurder na overleg met Huurder de wijze van het
bepalen van het verbruik en daaraan gekoppeld Huurders aandeel in de kosten van het verbruik aanpassen,
waarbij individuele bemetering om het daadwerkelijk verbruik per gebruiker zichtbaar te maken in ieder geval
is toegestaan.
18.10 Wordt het verbruik van gas, elektriciteit, warmte en/of (warm) water bepaald aan de hand van
verbruiksmeters en ontstaat wegens niet of onjuist functioneren van deze meters een geschil over Huurders
aandeel in de kosten van verbruik, dan wordt dit aandeel vastgesteld door een door Verhuurder
geraadpleegd bedrijf dat in het meten en vaststellen van afgenomen gas, elektriciteit, warmte en/of (warm)
water is gespecialiseerd. Dit geldt eveneens bij beschadiging, vernietiging of fraude met betrekking tot de
1 Zie paragraaf 2.10 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
2 Zie paragraaf 2.10 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
3 Zie paragraaf 2.10 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
4 Zie artikel 2.10 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
5 Zie artikel 2.10 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
18.1 Boven de huurprijs zijn voor rekening van Huurder de kosten van levering, transport, de meting en het
verbruik van water en energie ten behoeve van het gehuurde, waaronder begrepen de kosten van het
aangaan van de betreffende overeenkomsten en de meterhuur, alsmede eventuele andere kosten en boetes
die door de nutsbedrijven in rekening worden gebracht. Huurder dient zelf de overeenkomsten tot levering
van nutsvoorzieningen met de betrokken instanties af te sluiten, tenzij het gehuurde geen afzonderlijke
aansluitingen heeft en/of Verhuurder als onderdeel van de overeengekomen levering van nutsvoorzieningen
hiervoor zorgdraagt.1
18.2 lndien tussen partijen geen bijkomende levering van nutsvoorzieningen is overeengekomen, draagt
Huurder voor eigen rekening en risico en ten genoegen van Verhuurder daar zorg voor.2
18.3 lndien partijen zijn overeengekomen dat door of vanwege Verhuurder bijkomende levering van
nutsvoorzieningen wordt verzorgd, stelt Verhuurder de daarvoor door Huurder verschuldigde vergoeding
vast op basis van de kosten die met de levering van nutsvoorzieningen en de daaraan verbonden
administratieve werkzaamheden zijn gemoeid. Voor zover het gehuurde deel uitmaakt van een gebouw of
complex van gebouwen en de levering van nutsvoorzieningen mede betrekking heeft op andere daartoe
behorende gedeelten, stelt Verhuurder het redelijkerwijs voor rekening van Huurder komende aandeel in de
kosten van die levering van nutsvoorzieningen vast. Verhuurder hoeft daarbij geen rekening te houden met
de omstandigheid dat Huurder van een of meer van deze leveringen van nutsvoorzieningen gebruik maakt.
Als een of meer gedeelten van het gebouw of complex van gebouwen niet in gebruik zijn, draagt Verhuurder
er bij de bepaling van Huurders aandeel zorg voor dat dit niet hoger wordt dan wanneer het gebouw of
complex van gebouwen volledig in gebruik zou zijn.3
18.4 Na afloop van het jaar waarop de kosten voor nutsvoorzieningen betrekking hebben, verstrekt
Verhuurder aan Huurder binnen 12 maanden na afloop van het jaar over elk jaar een rubrieksgewijs
overzicht van de kosten van de nutsvoorzieningen, met vermelding van de wijze van berekening daarvan en
van, voor zover van toepassing, het aandeel van Huurder in die kosten op zodanige wijze dat Huurder de
toerekening van de kosten zelfstandig kan vaststellen. Uitgangspunt is dat Verhuurder het rubrieksgewijs
overzicht binnen 12 maanden na afloop van het jaar verstrekt. Indien Verhuurder niet in staat is dit overzicht
tijdig te verstrekken zal Verhuurder dit met redenen omkleed aan Huurder meedelen.
De wettelijke verjaringstermijn vangt aan na afloop van het jaar waarop de vergoedingen voor
nutsvoorzieningen betrekking hebben.
18.5 Na het einde van de huur wordt een overzicht verstrekt over de periode waarover dit nog niet was
geschied. Verstrekking van dit laatste overzicht vindt plaats na verloop van maximaal 12 maanden na afloop
van het jaar waarop de vergoedingen voor nutsvoorzieningen betrekking hebben tenzij Verhuurder niet in
staat is dit overzicht te verstrekken. Verhuurder zal dit met redenen omkleed aan Huurder meedelen.
Huurder noch Verhuurder zal voortijdig aanspraak maken op verrekening.
18.6 Wat blijkens het overzicht over de betreffende periode, rekening houdend met voorschotbetalingen,
door Huurder te weinig is betaald of door Verhuurder te veeI is ontvangen, wordt binnen drie maanden na
verstrekking van het overzicht bijbetaald of terugbetaald. Betwisting van de juistheid van het overzicht heeft
geen schorsing van deze verplichting tot betaling tot gevolg.4
18.7 Verhuurder heeft het recht de levering van nutsvoorzieningen, na overleg met Huurder, naar soort en
omvang te wijzigen.5
18.8 Verhuurder heeft het recht het door Huurder verschuldigde voorschot op de vergoeding voor
nutsvoorzieningen tussentijds aan te passen aan de door hem verwachte kosten, onder meer in een geval
als bedoeld in artikel 18.7.
18.9 Ter zake van de levering van gas, elektriciteit, warmte en/of (warm) water dat tot de door Verhuurder
verzorgde levering van nutsvoorzieningen behoort, kan Verhuurder na overleg met Huurder de wijze van het
bepalen van het verbruik en daaraan gekoppeld Huurders aandeel in de kosten van het verbruik aanpassen,
waarbij individuele bemetering om het daadwerkelijk verbruik per gebruiker zichtbaar te maken in ieder geval
is toegestaan.
18.10 Wordt het verbruik van gas, elektriciteit, warmte en/of (warm) water bepaald aan de hand van
verbruiksmeters en ontstaat wegens niet of onjuist functioneren van deze meters een geschil over Huurders
aandeel in de kosten van verbruik, dan wordt dit aandeel vastgesteld door een door Verhuurder
geraadpleegd bedrijf dat in het meten en vaststellen van afgenomen gas, elektriciteit, warmte en/of (warm)
water is gespecialiseerd. Dit geldt eveneens bij beschadiging, vernietiging of fraude met betrekking tot de
1 Zie paragraaf 2.10 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
2 Zie paragraaf 2.10 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
3 Zie paragraaf 2.10 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
4 Zie artikel 2.10 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
5 Zie artikel 2.10 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
meters, onverminderd alle andere rechten die Verhuurder in dat geval tegenover Huurder heeft, zoals het
recht op herstel of vernieuwing van de meters en vergoeding van geleden schade.
18.11 Verhuurder is, behoudens in geval van een toerekenbare ernstige tekortkoming van Verhuurder, niet
aansprakelijk voor enige schade die het gevolg is van het niet functioneren dan wel de niet behoorlijke
levering van nutsvoorzieningen. Evenmin zal Huurder in dergelijke gevallen aanspraak kunnen maken op
huurprijsvermindering.
Servicekosten
19.1 Boven de huurprijs zijn voor rekening van Huurder de servicekosten. Huurder dient zelf de
overeenkomsten tot levering van prestaties waarvoor servicekosten worden berekend met de betrokken
instanties af te sluiten, tenzij het gehuurde geen afzonderlijke aansluitingen heeft en/of Verhuurder als
onderdeel van de overeengekomen levering van prestaties waarvoor servicekosten worden berekend
hiervoor zorgdraagt.6
19.2 lndien tussen partijen geen bijkomende levering van prestaties waarvoor servicekosten worden
berekend, is overeengekomen, draagt Huurder voor eigen rekening en risico en ten genoegen van
Verhuurder daar zorg voor.7
19.3 lndien partijen zijn overeengekomen dat door of vanwege Verhuurder bijkomende levering van
prestaties waarvoor servicekosten worden berekend wordt verzorgd, stelt Verhuurder de daarvoor door
Huurder verschuldigde vergoeding vast op basis van de kosten die met de levering van prestaties waarvoor
servicekosten worden berekend en de daaraan verbonden administratieve werkzaamheden zijn gemoeid.
Voor zover het gehuurde deel uitmaakt van een gebouw of complex van gebouwen en de levering van
prestaties waarvoor servicekosten worden berekend mede betrekking heeft op andere daartoe behorende
gedeelten, stelt Verhuurder het redelijkerwijs voor rekening van Huurder komende aandeel in de kosten van
die levering van prestaties waarvoor servicekosten worden berekend vast. Verhuurder hoeft daarbij geen
rekening te houden met de omstandigheid dat Huurder van een of meer van deze levering van prestaties
waarvoor servicekosten worden berekend geen gebruik maakt. Als een of meer gedeelten van het gebouw
of complex van gebouwen niet in gebruik zijn, draagt Verhuurder er bij de bepaling van Huurders aandeel
zorg voor dat dit niet hoger wordt dan wanneer het gebouw of complex van gebouwen volledig in gebruik
zou zijn.8
19.4 Na afloop van het servicekostenjaar verstrekt Verhuurder aan Huurder binnen 12 maanden na afloop
van het jaar over elk jaar een rubrieksgewijs overzicht van de kosten van de levering van prestaties
waarvoor servicekosten worden berekend, met vermelding van de wijze van berekening daarvan en van,
voor zover van toepassing, het aandeel van Huurder in die kosten op zodanige wijze dat Huurder de
toerekening van de kosten zelfstandig kan vaststellen. Uitgangspunt is dat Verhuurder het rubrieksgewijs
overzicht binnen 12 maanden na afloop van het jaar verstrekt. Indien Verhuurder niet in staat is dit overzicht
tijdig te verstrekken zal Verhuurder dit met redenen omkleed aan Huurder meedelen.9
De wettelijke verjaringstermijn vangt aan na afloop van het jaar waarop de servicekosten betrekking hebben.
19.5 Na het einde van de huur wordt een overzicht verstrekt over de periode waarover dit nog niet was
geschied. Verstrekking van dit laatste overzicht vindt plaats na verloop van maximaal 12 maanden na afloop
van het jaar waarop de servicekosten betrekking hebben tenzij Verhuurder niet in staat is dit overzicht te
verstrekken. Verhuurder zal dit met redenen omkleed aan Huurder meedelen. Huurder noch Verhuurder zal
voortijdig aanspraak maken op verrekening.
19.6 Wat blijkens het overzicht over de betreffende periode, rekening houdend met voorschotbetalingen,
door Huurder te weinig is betaald of door Verhuurder te veeI is ontvangen, wordt binnen drie maanden na
verstrekking van het overzicht bijbetaald of terugbetaald. Betwisting van de juistheid van het overzicht heeft
geen schorsing van deze verplichting tot betaling tot gevolg.
19.7 Verhuurder heeft het recht de levering van prestaties waarvoor servicekosten worden berekend, na
overleg met Huurder, naar soort en omvang te wijzigen.10
19.8 Verhuurder heeft het recht het door Huurder verschuldigde voorschot op de vergoeding voor levering
van prestaties waarvoor servicekosten worden berekend tussentijds aan te passen aan de door hem
verwachte kosten, onder meer in een geval als bedoeld in artikel 19.7.
19.9 Verhuurder is, behoudens in geval van een toerekenbare ernstige tekortkoming van Verhuurder, niet
aansprakelijk voor enige schade die het gevolg is van het niet functioneren dan wel de niet behoorlijke
6 Zie artikel 2.11 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
7 Zie artikel 2.11 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
8 Zie artikel 2.11 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
9 Zie artikel 2.11 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
10 Zie artikel 2.11 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
recht op herstel of vernieuwing van de meters en vergoeding van geleden schade.
18.11 Verhuurder is, behoudens in geval van een toerekenbare ernstige tekortkoming van Verhuurder, niet
aansprakelijk voor enige schade die het gevolg is van het niet functioneren dan wel de niet behoorlijke
levering van nutsvoorzieningen. Evenmin zal Huurder in dergelijke gevallen aanspraak kunnen maken op
huurprijsvermindering.
Servicekosten
19.1 Boven de huurprijs zijn voor rekening van Huurder de servicekosten. Huurder dient zelf de
overeenkomsten tot levering van prestaties waarvoor servicekosten worden berekend met de betrokken
instanties af te sluiten, tenzij het gehuurde geen afzonderlijke aansluitingen heeft en/of Verhuurder als
onderdeel van de overeengekomen levering van prestaties waarvoor servicekosten worden berekend
hiervoor zorgdraagt.6
19.2 lndien tussen partijen geen bijkomende levering van prestaties waarvoor servicekosten worden
berekend, is overeengekomen, draagt Huurder voor eigen rekening en risico en ten genoegen van
Verhuurder daar zorg voor.7
19.3 lndien partijen zijn overeengekomen dat door of vanwege Verhuurder bijkomende levering van
prestaties waarvoor servicekosten worden berekend wordt verzorgd, stelt Verhuurder de daarvoor door
Huurder verschuldigde vergoeding vast op basis van de kosten die met de levering van prestaties waarvoor
servicekosten worden berekend en de daaraan verbonden administratieve werkzaamheden zijn gemoeid.
Voor zover het gehuurde deel uitmaakt van een gebouw of complex van gebouwen en de levering van
prestaties waarvoor servicekosten worden berekend mede betrekking heeft op andere daartoe behorende
gedeelten, stelt Verhuurder het redelijkerwijs voor rekening van Huurder komende aandeel in de kosten van
die levering van prestaties waarvoor servicekosten worden berekend vast. Verhuurder hoeft daarbij geen
rekening te houden met de omstandigheid dat Huurder van een of meer van deze levering van prestaties
waarvoor servicekosten worden berekend geen gebruik maakt. Als een of meer gedeelten van het gebouw
of complex van gebouwen niet in gebruik zijn, draagt Verhuurder er bij de bepaling van Huurders aandeel
zorg voor dat dit niet hoger wordt dan wanneer het gebouw of complex van gebouwen volledig in gebruik
zou zijn.8
19.4 Na afloop van het servicekostenjaar verstrekt Verhuurder aan Huurder binnen 12 maanden na afloop
van het jaar over elk jaar een rubrieksgewijs overzicht van de kosten van de levering van prestaties
waarvoor servicekosten worden berekend, met vermelding van de wijze van berekening daarvan en van,
voor zover van toepassing, het aandeel van Huurder in die kosten op zodanige wijze dat Huurder de
toerekening van de kosten zelfstandig kan vaststellen. Uitgangspunt is dat Verhuurder het rubrieksgewijs
overzicht binnen 12 maanden na afloop van het jaar verstrekt. Indien Verhuurder niet in staat is dit overzicht
tijdig te verstrekken zal Verhuurder dit met redenen omkleed aan Huurder meedelen.9
De wettelijke verjaringstermijn vangt aan na afloop van het jaar waarop de servicekosten betrekking hebben.
19.5 Na het einde van de huur wordt een overzicht verstrekt over de periode waarover dit nog niet was
geschied. Verstrekking van dit laatste overzicht vindt plaats na verloop van maximaal 12 maanden na afloop
van het jaar waarop de servicekosten betrekking hebben tenzij Verhuurder niet in staat is dit overzicht te
verstrekken. Verhuurder zal dit met redenen omkleed aan Huurder meedelen. Huurder noch Verhuurder zal
voortijdig aanspraak maken op verrekening.
19.6 Wat blijkens het overzicht over de betreffende periode, rekening houdend met voorschotbetalingen,
door Huurder te weinig is betaald of door Verhuurder te veeI is ontvangen, wordt binnen drie maanden na
verstrekking van het overzicht bijbetaald of terugbetaald. Betwisting van de juistheid van het overzicht heeft
geen schorsing van deze verplichting tot betaling tot gevolg.
19.7 Verhuurder heeft het recht de levering van prestaties waarvoor servicekosten worden berekend, na
overleg met Huurder, naar soort en omvang te wijzigen.10
19.8 Verhuurder heeft het recht het door Huurder verschuldigde voorschot op de vergoeding voor levering
van prestaties waarvoor servicekosten worden berekend tussentijds aan te passen aan de door hem
verwachte kosten, onder meer in een geval als bedoeld in artikel 19.7.
19.9 Verhuurder is, behoudens in geval van een toerekenbare ernstige tekortkoming van Verhuurder, niet
aansprakelijk voor enige schade die het gevolg is van het niet functioneren dan wel de niet behoorlijke
6 Zie artikel 2.11 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
7 Zie artikel 2.11 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
8 Zie artikel 2.11 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
9 Zie artikel 2.11 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
10 Zie artikel 2.11 van de handleiding voor de omzetbelastinggevolgen.
levering van prestaties waarvoor servicekosten worden berekend. Evenmin zal Huurder in dergelijke
gevallen aanspraak kunnen maken op huurprijsvermindering.
Servicecontracten onderhoud
20.1 Huurder sluit door verhuurder vooraf goed te keuren servicecontracten af met betrekking tot installaties
die tot het gehuurde behoren.
Omzetbelasting
21.1 Indien Huurder het gehuurde niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op
aftrek van omzetbelasting en daardoor de uitzondering op de vrijstelling van afdracht van omzetbelasting
over de huur wordt beëindigd, is Huurder niet langer omzetbelasting over de huurprijs aan Verhuurder c.q.
diens rechtsopvolger(s) verschuldigd, doch dan is Huurder met ingang van de datum waarop die beëindiging
van kracht wordt, naast de huurprijs in plaats van omzetbelasting een zodanige afzonderlijke vergoeding aan
Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) verschuldigd dat deze volledig wordt gecompenseerd voor:
a. de als gevolg van het beëindigen van de optie voor Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) niet (langer)
aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van het gehuurde of investeringen daarin;
b. de omzetbelasting die Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) als gevolg van het beëindigen van de optie
wegens herrekening als bedoeld in artikel 15, lid 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of herziening als
bedoeld in de artikelen 11 tot en met 13 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 aan de
Belastingdienst moet betalen;
c. alle overige schade die Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) door het beëindigen van de optie lijdt.
21.2 Het door Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s), door het beëindigen van de optie (als bedoeld in
artikel 21.1) te lijden financiële nadeel wordt door Huurder aan Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s)
voldaan steeds gelijktijdig met de periodieke huurprijsbetalingen en wordt, met uitzondering van de schade
als bedoeld in artikel 21.1 sub a, zo mogelijk door middel van een annuïteit, gelijkelijk verdeeld over de
resterende duur van de lopende huurperiode, doch is terstond, volledig en ineens van Huurder opeisbaar als
de huurovereenkomst om welke reden dan ook tussentijds wordt beëindigd.
21.3 Het in artikel 21.1 sub b gestelde is niet van toepassing indien bij het sluiten van de onderhavige
huurovereenkomst de herzieningsperiode voor de aftrek van voorbelasting ter zake van het gehuurde is
verstreken.
21.4 Wanneer zich een situatie als bedoeld in artikel 21.1 voordoet, zal Verhuurder c.q. diens
rechtsopvolger(s) aan Huurder berichten welke bedragen door Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) aan
de Belastingdienst moeten worden betaald en inzicht geven in de overige schade als bedoeld in artikel 21.1
sub c. Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) zal zijn medewerking verlenen indien Huurder de opgave van
Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De
kosten hiervan zijn voor rekening van Huurder.
21.5 Ingeval in enig boekjaar niet is voldaan aan het gebruik of laten gebruiken van het gehuurde voor
doeleinden als weergegeven in artikel 4.3 van de huurovereenkomst, stelt Huurder de Verhuurder c.q. diens
rechtsopvolger(s) binnen vier weken na afloop van het desbetreffende boekjaar door middel van een door
hem (Huurder) ondertekende verklaring hiervan in kennis. Binnen dezelfde termijn zendt Huurder een
afschrift van die verklaring aan de Belastingdienst.
21.6 Indien Huurder niet voldoet aan de informatieverplichting als bedoeld in artikel 21.5 en/of niet voldoet
aan de verplichting tot ingebruikname als bedoeld in artikel 21.8, of achteraf blijkt dat Huurder van een
onjuist uitgangspunt is uitgegaan en Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) daardoor naar achteraf blijkt
ten onrechte omzetbelasting over de huurprijs in rekening heeft gebracht, is Huurder in verzuim en is
Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger gerechtigd het daardoor ontstane financiële nadeel op Huurder te
verhalen. Dit nadeel betreft de volledige ter zake door Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) alsnog aan de
Belastingdienst verschuldigde omzetbelasting vermeerderd met rente, eventuele boetes, alsmede verdere
kosten en schade. Het in dit lid gestelde voorziet in een schadevergoedingsregeling voor het geval de optie
met terugwerkende kracht mocht worden beëindigd, zulks naast de in artikel 21.1 weergegeven regeling. De
extra schade die voor Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) uit die terugwerkende kracht voortvloeit, is
terstond, volledig en ineens van Huurder opeisbaar.
Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) zal zijn medewerking verlenen indien Huurder de opgave van deze
extra schade van Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke
registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van Huurder.
21.7 Het in artikelen 21.1, 21.4 en 21.6 gestelde is eveneens van toepassing indien Verhuurder c.q. diens
rechtsopvolger(s) eerst na, al dan niet tussentijdse, beëindiging van de huurovereenkomst wordt
geconfronteerd met schade door de beëindiging van de voor partijen geldende optie, welke schade alsdan
terstond, volledig en ineens door Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s), opeisbaar is.
gevallen aanspraak kunnen maken op huurprijsvermindering.
Servicecontracten onderhoud
20.1 Huurder sluit door verhuurder vooraf goed te keuren servicecontracten af met betrekking tot installaties
die tot het gehuurde behoren.
Omzetbelasting
21.1 Indien Huurder het gehuurde niet (meer) gebruikt of laat gebruiken voor prestaties die recht geven op
aftrek van omzetbelasting en daardoor de uitzondering op de vrijstelling van afdracht van omzetbelasting
over de huur wordt beëindigd, is Huurder niet langer omzetbelasting over de huurprijs aan Verhuurder c.q.
diens rechtsopvolger(s) verschuldigd, doch dan is Huurder met ingang van de datum waarop die beëindiging
van kracht wordt, naast de huurprijs in plaats van omzetbelasting een zodanige afzonderlijke vergoeding aan
Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) verschuldigd dat deze volledig wordt gecompenseerd voor:
a. de als gevolg van het beëindigen van de optie voor Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) niet (langer)
aftrekbare omzetbelasting op de exploitatiekosten van het gehuurde of investeringen daarin;
b. de omzetbelasting die Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) als gevolg van het beëindigen van de optie
wegens herrekening als bedoeld in artikel 15, lid 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of herziening als
bedoeld in de artikelen 11 tot en met 13 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 aan de
Belastingdienst moet betalen;
c. alle overige schade die Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) door het beëindigen van de optie lijdt.
21.2 Het door Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s), door het beëindigen van de optie (als bedoeld in
artikel 21.1) te lijden financiële nadeel wordt door Huurder aan Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s)
voldaan steeds gelijktijdig met de periodieke huurprijsbetalingen en wordt, met uitzondering van de schade
als bedoeld in artikel 21.1 sub a, zo mogelijk door middel van een annuïteit, gelijkelijk verdeeld over de
resterende duur van de lopende huurperiode, doch is terstond, volledig en ineens van Huurder opeisbaar als
de huurovereenkomst om welke reden dan ook tussentijds wordt beëindigd.
21.3 Het in artikel 21.1 sub b gestelde is niet van toepassing indien bij het sluiten van de onderhavige
huurovereenkomst de herzieningsperiode voor de aftrek van voorbelasting ter zake van het gehuurde is
verstreken.
21.4 Wanneer zich een situatie als bedoeld in artikel 21.1 voordoet, zal Verhuurder c.q. diens
rechtsopvolger(s) aan Huurder berichten welke bedragen door Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) aan
de Belastingdienst moeten worden betaald en inzicht geven in de overige schade als bedoeld in artikel 21.1
sub c. Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) zal zijn medewerking verlenen indien Huurder de opgave van
Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke registeraccountant. De
kosten hiervan zijn voor rekening van Huurder.
21.5 Ingeval in enig boekjaar niet is voldaan aan het gebruik of laten gebruiken van het gehuurde voor
doeleinden als weergegeven in artikel 4.3 van de huurovereenkomst, stelt Huurder de Verhuurder c.q. diens
rechtsopvolger(s) binnen vier weken na afloop van het desbetreffende boekjaar door middel van een door
hem (Huurder) ondertekende verklaring hiervan in kennis. Binnen dezelfde termijn zendt Huurder een
afschrift van die verklaring aan de Belastingdienst.
21.6 Indien Huurder niet voldoet aan de informatieverplichting als bedoeld in artikel 21.5 en/of niet voldoet
aan de verplichting tot ingebruikname als bedoeld in artikel 21.8, of achteraf blijkt dat Huurder van een
onjuist uitgangspunt is uitgegaan en Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) daardoor naar achteraf blijkt
ten onrechte omzetbelasting over de huurprijs in rekening heeft gebracht, is Huurder in verzuim en is
Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger gerechtigd het daardoor ontstane financiële nadeel op Huurder te
verhalen. Dit nadeel betreft de volledige ter zake door Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) alsnog aan de
Belastingdienst verschuldigde omzetbelasting vermeerderd met rente, eventuele boetes, alsmede verdere
kosten en schade. Het in dit lid gestelde voorziet in een schadevergoedingsregeling voor het geval de optie
met terugwerkende kracht mocht worden beëindigd, zulks naast de in artikel 21.1 weergegeven regeling. De
extra schade die voor Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) uit die terugwerkende kracht voortvloeit, is
terstond, volledig en ineens van Huurder opeisbaar.
Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) zal zijn medewerking verlenen indien Huurder de opgave van deze
extra schade van Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) wil laten controleren door een onafhankelijke
registeraccountant. De kosten hiervan zijn voor rekening van Huurder.
21.7 Het in artikelen 21.1, 21.4 en 21.6 gestelde is eveneens van toepassing indien Verhuurder c.q. diens
rechtsopvolger(s) eerst na, al dan niet tussentijdse, beëindiging van de huurovereenkomst wordt
geconfronteerd met schade door de beëindiging van de voor partijen geldende optie, welke schade alsdan
terstond, volledig en ineens door Verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s), opeisbaar is.
21.8 Onverkort het overigens in deze huurovereenkomst ter zake bepaalde, zal Huurder het gehuurde in elk
geval, met toepassing van de optie (als bedoeld in artikel 21.1), in gebruik nemen of in gebruik laten nemen
voor het einde van het boekjaar waarin de ingangsdatum als bedoeld in artikel 3.1 van de huurovereenkomst
is gelegen.
21.9 Indien de levering van nutsvoorzieningen en/of de levering van prestaties waarvoor servicekosten
worden berekend, kwalificeren als bij de verhuur bijkomende prestaties en de optie is of wordt beëindigd
waardoor er niet langer sprake is van belaste verhuur, wordt de prijs voor deze leveringen inclusief de aan
Verhuurder berekende omzetbelasting doorberekend aan Huurder.
21.10 Indien de levering van nutsvoorzieningen en/of de levering van prestaties waarvoor servicekosten
worden berekend, kwalificeren als bij de verhuur bijkomende prestaties en er vanaf enig moment geopteerd
kan worden voor belaste verhuur, dient verhuurder omzetbelasting in rekening te brengen over de
vergoeding voor de levering van deze prestaties.
Overige belastingen, rechten, lasten, heffingen, retributies
22.1 Voor rekening van Huurder komen, ook als Verhuurder daarvoor wordt aangeslagen:
a. de onroerendezaakbelasting ter zake van het feitelijk gebruik van het gehuurde en het feitelijk
medegebruik van dienstruimten, algemene ruimten en gemeenschappelijke ruimten pro rata parte;
b. milieuheffingen, waaronder de verontreinigingsheffing oppervlaktewateren en de bijdrage
zuiveringskosten afvalwater en iedere andere bijdrage uit hoofde van milieubescherming;
c. baatbelasting of daarmee verwante belastingen of heffingen; zulks voor de helft van het bedrag van de
aanslag. Verhuurder zal Huurder tijdig op de hoogte stellen van de ontvangst van een aanslag baatbelasting.
Verhuurder zal desgevraagd bezwaar maken tegen de betreffende aanslag en daarbij de bezwaren van
Huurder, zo mogelijk, meenemen. Huurder zal aan Verhuurder de helft van de daarmee gemaakte redelijke
kosten vergoeden.
d. rioolrecht, respectievelijk rioolbelasting, ter zake van het feitelijk gebruik van het gehuurde en het feitelijk
medegebruik van dienstruimten, algemene ruimten en gemeenschappelijke ruimten pro rata parte;
e. overige bestaande of toekomstige belastingen, waaronder mede begrepen belastingen die worden
geheven voor voorzieningen in openbaar gebied zoals vlaggenbelasting en reclamebelasting, BIZ-heffing,
precariorechten, lasten, overige heffingen en retributies:
– ter zake van het feitelijk gebruik van het gehuurde;
– ter zake van goederen van Huurder;
– die niet geheel of gedeeltelijk zouden zijn geheven of opgelegd, als het gehuurde niet aan Huurder in
gebruik zou zijn gegeven.
22.2 Indien de voor rekening van Huurder komende lasten, rechten of belastingen bij Verhuurder worden
geïnd, moeten deze door Huurder op eerste verzoek van Verhuurder aan laatstgenoemde binnen 2
maanden na dit verzoek worden voldaan.
Verzekeringen
23.1 Indien in verband met de aard of uitoefening van het beroep of bedrijf van Huurder voor het gehuurde,
dan wel het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt, een hogere dan
normale premie van (brand)verzekering voor opstal of inventaris en goederen aan Verhuurder of andere
Huurders van het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt in rekening wordt
gebracht, zal Huurder het meerdere boven de normale premie aan Verhuurder of die andere Huurders
vergoeden.
23.2 Verhuurder en Huurders zijn vrij in de keuze van de verzekeringsmaatschappij, de bepaling van de
verzekerde waarde en de beoordeling van de redelijkheid van de verschuldigde premie.
23.3 Onder “normale premie” wordt verstaan de premie die Verhuurder of Huurder, bij een te goeder naam
en faam bekend staande assuradeur kan bedingen voor het verzekeren van het gehuurde respectievelijk zijn
inventaris en goederen, tegen (brand)risico op het moment direct voorafgaande aan het afsluiten van deze
huurovereenkomst, zonder daarbij rekening te houden met de aard van het door Huurder in het gehuurde uit
te oefenen bedrijf of beroep, alsmede – gedurende de duur van de huurovereenkomst – elke aanpassing van
deze premie, die niet een gevolg is van een verandering van de aard of omvang van het verzekerde risico.
Einde huurovereenkomst of gebruik
24.1 Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen zal Huurder het gehuurde bij het einde van de
huurovereenkomst of bij het einde van het gebruik van het gehuurde, aan Verhuurder opleveren in de staat
die bij aanvang van de huur in het proces-verbaal van oplevering is beschreven, behoudens normale slijtage
en veroudering.
24.2 Mocht er bij aanvang van de huur geen proces-verbaal van oplevering zijn opgemaakt, dan wordt het
gehuurde geacht, behoudens tegenbewijs door Huurder bij aanvang van de huurovereenkomst te zijn
geval, met toepassing van de optie (als bedoeld in artikel 21.1), in gebruik nemen of in gebruik laten nemen
voor het einde van het boekjaar waarin de ingangsdatum als bedoeld in artikel 3.1 van de huurovereenkomst
is gelegen.
21.9 Indien de levering van nutsvoorzieningen en/of de levering van prestaties waarvoor servicekosten
worden berekend, kwalificeren als bij de verhuur bijkomende prestaties en de optie is of wordt beëindigd
waardoor er niet langer sprake is van belaste verhuur, wordt de prijs voor deze leveringen inclusief de aan
Verhuurder berekende omzetbelasting doorberekend aan Huurder.
21.10 Indien de levering van nutsvoorzieningen en/of de levering van prestaties waarvoor servicekosten
worden berekend, kwalificeren als bij de verhuur bijkomende prestaties en er vanaf enig moment geopteerd
kan worden voor belaste verhuur, dient verhuurder omzetbelasting in rekening te brengen over de
vergoeding voor de levering van deze prestaties.
Overige belastingen, rechten, lasten, heffingen, retributies
22.1 Voor rekening van Huurder komen, ook als Verhuurder daarvoor wordt aangeslagen:
a. de onroerendezaakbelasting ter zake van het feitelijk gebruik van het gehuurde en het feitelijk
medegebruik van dienstruimten, algemene ruimten en gemeenschappelijke ruimten pro rata parte;
b. milieuheffingen, waaronder de verontreinigingsheffing oppervlaktewateren en de bijdrage
zuiveringskosten afvalwater en iedere andere bijdrage uit hoofde van milieubescherming;
c. baatbelasting of daarmee verwante belastingen of heffingen; zulks voor de helft van het bedrag van de
aanslag. Verhuurder zal Huurder tijdig op de hoogte stellen van de ontvangst van een aanslag baatbelasting.
Verhuurder zal desgevraagd bezwaar maken tegen de betreffende aanslag en daarbij de bezwaren van
Huurder, zo mogelijk, meenemen. Huurder zal aan Verhuurder de helft van de daarmee gemaakte redelijke
kosten vergoeden.
d. rioolrecht, respectievelijk rioolbelasting, ter zake van het feitelijk gebruik van het gehuurde en het feitelijk
medegebruik van dienstruimten, algemene ruimten en gemeenschappelijke ruimten pro rata parte;
e. overige bestaande of toekomstige belastingen, waaronder mede begrepen belastingen die worden
geheven voor voorzieningen in openbaar gebied zoals vlaggenbelasting en reclamebelasting, BIZ-heffing,
precariorechten, lasten, overige heffingen en retributies:
– ter zake van het feitelijk gebruik van het gehuurde;
– ter zake van goederen van Huurder;
– die niet geheel of gedeeltelijk zouden zijn geheven of opgelegd, als het gehuurde niet aan Huurder in
gebruik zou zijn gegeven.
22.2 Indien de voor rekening van Huurder komende lasten, rechten of belastingen bij Verhuurder worden
geïnd, moeten deze door Huurder op eerste verzoek van Verhuurder aan laatstgenoemde binnen 2
maanden na dit verzoek worden voldaan.
Verzekeringen
23.1 Indien in verband met de aard of uitoefening van het beroep of bedrijf van Huurder voor het gehuurde,
dan wel het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt, een hogere dan
normale premie van (brand)verzekering voor opstal of inventaris en goederen aan Verhuurder of andere
Huurders van het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt in rekening wordt
gebracht, zal Huurder het meerdere boven de normale premie aan Verhuurder of die andere Huurders
vergoeden.
23.2 Verhuurder en Huurders zijn vrij in de keuze van de verzekeringsmaatschappij, de bepaling van de
verzekerde waarde en de beoordeling van de redelijkheid van de verschuldigde premie.
23.3 Onder “normale premie” wordt verstaan de premie die Verhuurder of Huurder, bij een te goeder naam
en faam bekend staande assuradeur kan bedingen voor het verzekeren van het gehuurde respectievelijk zijn
inventaris en goederen, tegen (brand)risico op het moment direct voorafgaande aan het afsluiten van deze
huurovereenkomst, zonder daarbij rekening te houden met de aard van het door Huurder in het gehuurde uit
te oefenen bedrijf of beroep, alsmede – gedurende de duur van de huurovereenkomst – elke aanpassing van
deze premie, die niet een gevolg is van een verandering van de aard of omvang van het verzekerde risico.
Einde huurovereenkomst of gebruik
24.1 Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen zal Huurder het gehuurde bij het einde van de
huurovereenkomst of bij het einde van het gebruik van het gehuurde, aan Verhuurder opleveren in de staat
die bij aanvang van de huur in het proces-verbaal van oplevering is beschreven, behoudens normale slijtage
en veroudering.
24.2 Mocht er bij aanvang van de huur geen proces-verbaal van oplevering zijn opgemaakt, dan wordt het
gehuurde geacht, behoudens tegenbewijs door Huurder bij aanvang van de huurovereenkomst te zijn
opgeleverd in goed onderhouden staat, zonder gebreken en vrij van schade en dient Huurder het gehuurde,
behoudens normale slijtage en veroudering, in die staat aan het einde van de huurovereenkomst aan
Verhuurder op te leveren.
Het gestelde in de laatste zin van artikel 7: 224 lid 2 Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing.
24.3 Huurder dient in aanvulling op artikel 24.2 het gehuurde aan het einde van de huurovereenkomst leeg
en ontruimd, vrij van gebruik en gebruiksrechten, behoorlijk schoongemaakt en onder afgifte van alle
sleutels, keycards e.d. aan Verhuurder op te leveren.
24.4 Huurder is verplicht alle zaken die door hem in, aan of op het gehuurde zijn aangebracht of door hem
van de voorgaande Huurder of gebruiker zijn overgenomen op eigen kosten te verwijderen, tenzij
Verhuurder op enig moment schriftelijk anderszins aangeeft of heeft aangegeven. Voor niet verwijderde
zaken is Verhuurder geen vergoeding verschuldigd, tenzij schriftelijk anders overeengekomen.
24.5 Indien Huurder het gebruik van het gehuurde voor het einde van de huurovereenkomst heeft beëindigd,
is Verhuurder gerechtigd, zich op kosten van Huurder toegang tot het gehuurde te verschaffen en zich in het
bezit daarvan te stellen, zonder dat dit een gebrek oplevert.
24.6 Alle zaken waarvan Huurder kennelijk afstand heeft gedaan door deze in het gehuurde achter te laten
bij het daadwerkelijk verlaten van het gehuurde, kunnen door Verhuurder, naar Verhuurders inzicht, zonder
enige aansprakelijkheid zijnerzijds, op kosten van Huurder worden verwijderd, verkocht en/of vernietigd.
24.7 Tijdig voor het einde van de huurovereenkomst of het gebruik, dient het gehuurde door partijen
gezamenlijk te worden geïnspecteerd. Van deze inspectie wordt door partijen een rapport opgemaakt,
waarin de bevindingen ten aanzien van de staat van het gehuurde worden vastgelegd. Tevens wordt in dit
rapport vastgelegd welke werkzaamheden ter zake van de bij de inspectie noodzakelijk gebleken reparaties
en ten laste van Huurder komend achterstallig onderhoud, nog voor rekening van Huurder dienen te worden
uitgevoerd alsmede de wijze waarop en de termijn waarbinnen dit zal dienen te geschieden.
24.8 Indien Huurder of Verhuurder, na daartoe deugdelijk in de gelegenheid te zijn gesteld middels een
aangetekende brief, niet binnen redelijke termijn meewerkt aan de inspectie en/of de vastlegging van de
bevindingen en afspraken in het inspectierapport, is de partij die op vastlegging aandringt bevoegd de
inspectie buiten aanwezigheid van de nalatige partij uit te voeren en het rapport bindend voor partijen vast te
stellen en onverwijld een exemplaar van dit rapport ter hand stellen.
24.9 Huurder is gehouden de door hem op basis van het inspectierapport uit te voeren werkzaamheden
binnen de in het rapport vastgelegde – of nader tussen partijen overeengekomen – termijn op een deugdelijke
wijze uit te voeren c.q. te doen uitvoeren. Indien Huurder geheel of gedeeltelijk nalatig blijft in de nakoming
van zijn uit het rapport voortvloeiende verplichtingen, is Verhuurder gerechtigd zelf deze werkzaamheden te
laten uitvoeren en de daaraan verbonden kosten op Huurder te verhalen onverminderd de aanspraak van
Verhuurder op vergoeding van de verdere schade en kosten.
24.10 Over de tijd die met het herstel is gemoeid, gerekend vanaf de datum van het einde van de
huurovereenkomst, is Huurder aan Verhuurder een bedrag verschuldigd, berekend naar de laatst geldende
huurprijs en vergoeding voor bijkomende levering van nutsvoorzieningen en/of prestaties waarvoor
servicekosten worden berekend, onverminderd Verhuurders aanspraak op vergoeding van de verdere
schade en redelijke kosten.
Betalingen
25.1 De betaling van de huurprijs en van al hetgeen verder krachtens deze huurovereenkomst is
verschuldigd, zal uiterlijk op de vervaldata in wettig Nederlands betaalmiddel – zonder opschorting, aftrek of
verrekening met een vordering welke Huurder op Verhuurder heeft- geschieden door storting dan wel
overschrijving op een door Verhuurder op te geven rekening. Huurder kan alleen dan verrekenen als de
vordering door de rechter is vastgesteld.
Dit laat onverlet de bevoegdheid van Huurder om gebreken zelf te verhelpen en de redelijke kosten daarvan
in mindering te brengen op de huur indien Verhuurder met het verhelpen daarvan in verzuim is. Het staat
Verhuurder vrij door middel van schriftelijke opgave aan Huurder wijziging aan te brengen in de plaats of
wijze van betaling. Verhuurder is gerechtigd te bepalen op welke openstaande vordering uit de
huurovereenkomst een door hem van Huurder ontvangen betaling in mindering komt.
25.2 Telkens indien een uit hoofde van de huurovereenkomst door Huurder verschuldigd bedrag niet prompt
op de vervaldag is voldaan, verbeurt Huurder aan Verhuurder van rechtswege per kalendermaand vanaf de
vervaldag van dat bedrag een direct opeisbare boete van 1% van het verschuldigde per kalendermaand,
waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt, met een minimum van € 300 per maand. De
hiervoor bedoelde boete(rente) is niet verschuldigd indien Huurder voor de in artikel 25.1 genoemde
vervaldatum per aangetekende brief een gemotiveerde vordering bij Verhuurder heeft ingediend en
Verhuurder binnen 4 weken na ontvangst van deze brief inhoudelijk daarop niet heeft gereageerd.
Zekerheden
behoudens normale slijtage en veroudering, in die staat aan het einde van de huurovereenkomst aan
Verhuurder op te leveren.
Het gestelde in de laatste zin van artikel 7: 224 lid 2 Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing.
24.3 Huurder dient in aanvulling op artikel 24.2 het gehuurde aan het einde van de huurovereenkomst leeg
en ontruimd, vrij van gebruik en gebruiksrechten, behoorlijk schoongemaakt en onder afgifte van alle
sleutels, keycards e.d. aan Verhuurder op te leveren.
24.4 Huurder is verplicht alle zaken die door hem in, aan of op het gehuurde zijn aangebracht of door hem
van de voorgaande Huurder of gebruiker zijn overgenomen op eigen kosten te verwijderen, tenzij
Verhuurder op enig moment schriftelijk anderszins aangeeft of heeft aangegeven. Voor niet verwijderde
zaken is Verhuurder geen vergoeding verschuldigd, tenzij schriftelijk anders overeengekomen.
24.5 Indien Huurder het gebruik van het gehuurde voor het einde van de huurovereenkomst heeft beëindigd,
is Verhuurder gerechtigd, zich op kosten van Huurder toegang tot het gehuurde te verschaffen en zich in het
bezit daarvan te stellen, zonder dat dit een gebrek oplevert.
24.6 Alle zaken waarvan Huurder kennelijk afstand heeft gedaan door deze in het gehuurde achter te laten
bij het daadwerkelijk verlaten van het gehuurde, kunnen door Verhuurder, naar Verhuurders inzicht, zonder
enige aansprakelijkheid zijnerzijds, op kosten van Huurder worden verwijderd, verkocht en/of vernietigd.
24.7 Tijdig voor het einde van de huurovereenkomst of het gebruik, dient het gehuurde door partijen
gezamenlijk te worden geïnspecteerd. Van deze inspectie wordt door partijen een rapport opgemaakt,
waarin de bevindingen ten aanzien van de staat van het gehuurde worden vastgelegd. Tevens wordt in dit
rapport vastgelegd welke werkzaamheden ter zake van de bij de inspectie noodzakelijk gebleken reparaties
en ten laste van Huurder komend achterstallig onderhoud, nog voor rekening van Huurder dienen te worden
uitgevoerd alsmede de wijze waarop en de termijn waarbinnen dit zal dienen te geschieden.
24.8 Indien Huurder of Verhuurder, na daartoe deugdelijk in de gelegenheid te zijn gesteld middels een
aangetekende brief, niet binnen redelijke termijn meewerkt aan de inspectie en/of de vastlegging van de
bevindingen en afspraken in het inspectierapport, is de partij die op vastlegging aandringt bevoegd de
inspectie buiten aanwezigheid van de nalatige partij uit te voeren en het rapport bindend voor partijen vast te
stellen en onverwijld een exemplaar van dit rapport ter hand stellen.
24.9 Huurder is gehouden de door hem op basis van het inspectierapport uit te voeren werkzaamheden
binnen de in het rapport vastgelegde – of nader tussen partijen overeengekomen – termijn op een deugdelijke
wijze uit te voeren c.q. te doen uitvoeren. Indien Huurder geheel of gedeeltelijk nalatig blijft in de nakoming
van zijn uit het rapport voortvloeiende verplichtingen, is Verhuurder gerechtigd zelf deze werkzaamheden te
laten uitvoeren en de daaraan verbonden kosten op Huurder te verhalen onverminderd de aanspraak van
Verhuurder op vergoeding van de verdere schade en kosten.
24.10 Over de tijd die met het herstel is gemoeid, gerekend vanaf de datum van het einde van de
huurovereenkomst, is Huurder aan Verhuurder een bedrag verschuldigd, berekend naar de laatst geldende
huurprijs en vergoeding voor bijkomende levering van nutsvoorzieningen en/of prestaties waarvoor
servicekosten worden berekend, onverminderd Verhuurders aanspraak op vergoeding van de verdere
schade en redelijke kosten.
Betalingen
25.1 De betaling van de huurprijs en van al hetgeen verder krachtens deze huurovereenkomst is
verschuldigd, zal uiterlijk op de vervaldata in wettig Nederlands betaalmiddel – zonder opschorting, aftrek of
verrekening met een vordering welke Huurder op Verhuurder heeft- geschieden door storting dan wel
overschrijving op een door Verhuurder op te geven rekening. Huurder kan alleen dan verrekenen als de
vordering door de rechter is vastgesteld.
Dit laat onverlet de bevoegdheid van Huurder om gebreken zelf te verhelpen en de redelijke kosten daarvan
in mindering te brengen op de huur indien Verhuurder met het verhelpen daarvan in verzuim is. Het staat
Verhuurder vrij door middel van schriftelijke opgave aan Huurder wijziging aan te brengen in de plaats of
wijze van betaling. Verhuurder is gerechtigd te bepalen op welke openstaande vordering uit de
huurovereenkomst een door hem van Huurder ontvangen betaling in mindering komt.
25.2 Telkens indien een uit hoofde van de huurovereenkomst door Huurder verschuldigd bedrag niet prompt
op de vervaldag is voldaan, verbeurt Huurder aan Verhuurder van rechtswege per kalendermaand vanaf de
vervaldag van dat bedrag een direct opeisbare boete van 1% van het verschuldigde per kalendermaand,
waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt, met een minimum van € 300 per maand. De
hiervoor bedoelde boete(rente) is niet verschuldigd indien Huurder voor de in artikel 25.1 genoemde
vervaldatum per aangetekende brief een gemotiveerde vordering bij Verhuurder heeft ingediend en
Verhuurder binnen 4 weken na ontvangst van deze brief inhoudelijk daarop niet heeft gereageerd.
Zekerheden
26.1 Als waarborg voor de juiste nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst zal Huurder
uiterlijk 2 weken voor ingangsdatum als bedoeld in artikel 3.1 van de huurovereenkomst of zoveel eerder als
Verhuurder aangeeft een bankgarantie afgeven in overeenstemming met een door Verhuurder aangegeven
model ter grootte van een in de huurovereenkomst weergegeven bedrag dan wel waarborgsom storten op
een door Verhuurder opgegeven bankrekening. Deze bankgarantie dan wel waarborgsom dient mede te
gelden voor de verlengingen van de huurovereenkomst inclusief wijzigingen daarvan en dient geldig te
blijven tot tenminste zes maanden na de datum waarop het gehuurde feitelijk is ontruimd en tevens de
huurovereenkomst is beëindigd. Bovendien dient deze bankgarantie dan wel waarborgsom te gelden voor
de rechtsopvolger(s) van Verhuurder.
26.2 Als de bankgarantie dan wel waarborgsom is aangesproken en (deels) uitbetaald, zal Huurder op
eerste verzoek van Verhuurder zorgen voor een nieuwe bankgarantie dan wel waarborgsom, die voldoet aan
het gestelde in artikelen 26.1, 26.3 en 26.4 tot het bedrag dat direct voorafgaande aan het moment dat de
bankgarantie dan wel waarborgsom werd aangesproken, van toepassing was.
26.3 Huurder is verplicht om, na opwaartse aanpassing van de betalingsverplichting als genoemd in artikel
4.10 van de huurovereenkomst van totaal 15% of meer op eerste verzoek van Verhuurder terstond een
nieuwe bankgarantie te doen afgeven dan wel als het een waarborgsom betreft bij te storten tot een bedrag
aangepast aan de nieuwe betalingsverplichting.
26.4 Indien de waarborgsom niet rechtsgeldig aangesproken is door Verhuurder dient Verhuurder na
beëindiging van de huurovereenkomst de waarborgsom dan wel restant van de waarborgsom terug te
storten op een door Huurder op te geven bankrekening uiterlijk zes maanden na einde huurovereenkomst.
Indien de bankgarantie niet rechtsgeldig aangesproken is door Verhuurder dient Verhuurder na beëindiging
van de huurovereenkomst de bankgarantie terug te sturen naar een door Huurder op te geven adres uiterlijk
zes maanden na einde huurovereenkomst.
26.5 Voor andere zekerheden gelden artikelen 26.1 tot en met 26.4 voor zover van toepassing.
Hoofdelijkheid
27.1 Indien verscheidene (natuurlijke of rechts-)personen zich als Huurder hebben verbonden, zijn deze
steeds hoofdelijk en ieder voor het geheel jegens Verhuurder aansprakelijk voor alle uit de
huurovereenkomst voortvloeiende verbintenissen.
Uitstel van betaling of kwijtschelding door Verhuurder aan een der Huurders of een aanbod daartoe, betreft
alleen die Huurder.
27.2 De verbintenissen uit de huurovereenkomst zijn, ook wat erfgenamen en rechtverkrijgenden van
Huurder betreft, hoofdelijk.
Niet tijdige beschikbaarheid
28.1 Bij het niet beschikbaar zijn van het gehuurde op de ingangsdatum als bedoeld in artikel 3.1 van de
huurovereenkomst, doordat het gehuurde niet tijdig gereed is gekomen, doordat de vorige gebruiker het
gehuurde niet tijdig heeft ontruimd of doordat Verhuurder de door hem te verzorgen vergunningen van
overheidswege nog niet heeft verkregen, is Huurder tot de datum waarop het gehuurde hem ter beschikking
staat geen huurprijs, geen vergoeding voor de door of vanwege Verhuurder te verzorgen levering van
nutsvoorzieningen en geen vergoeding voor de door of vanwege verhuurder te verzorgen levering van
prestaties waarvoor servicekosten worden berekend, verschuldigd en schuiven ook zijn overige
verplichtingen en de overeengekomen termijnen dienovereenkomstig op.
28.2 Verhuurder is niet aansprakelijk voor de uit de vertraging voortvloeiende schade voor Huurder, tenzij
hem ter zake een toerekenbare tekortkoming kan worden verweten.
28.3 Onder een toerekenbare tekortkoming als bedoeld in artikel 28.2 wordt mede verstaan de situatie dat
Verhuurder zich niet inspant om het gehuurde zo spoedig mogelijk alsnog aan Huurder ter beschikking te
stellen.
28.4 Huurder kan geen ontbinding van de huurovereenkomst vorderen, tenzij de te late oplevering
veroorzaakt is door een toerekenbare ernstige tekortkoming van Verhuurder en het op grond van de
redelijkheid en billijkheid voor Huurder onaanvaardbaar is dat de huurovereenkomst ongewijzigd in stand
blijft en Verhuurder niet tegemoet komt aan de gerechtvaardigde belangen van Huurder.
Appartementsrecht
29.1 Indien het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt, is of wordt gesplitst
in appartementsrechten, zal Huurder de uit de splitsingsakte en reglementen voortvloeiende voorschriften
omtrent het gebruik inachtnemen. Hetzelfde geldt indien het gebouw of complex van gebouwen eigendom is
of wordt van een coöperatie. Het moeten naleven van die voorschriften levert geen gebrek op. Verhuurder
staat ervoor in dat de hiervoor bedoelde voorschriften die bij het aangaan van de huurovereenkomst gelden,
niet strijdig zijn met de huurovereenkomst.
uiterlijk 2 weken voor ingangsdatum als bedoeld in artikel 3.1 van de huurovereenkomst of zoveel eerder als
Verhuurder aangeeft een bankgarantie afgeven in overeenstemming met een door Verhuurder aangegeven
model ter grootte van een in de huurovereenkomst weergegeven bedrag dan wel waarborgsom storten op
een door Verhuurder opgegeven bankrekening. Deze bankgarantie dan wel waarborgsom dient mede te
gelden voor de verlengingen van de huurovereenkomst inclusief wijzigingen daarvan en dient geldig te
blijven tot tenminste zes maanden na de datum waarop het gehuurde feitelijk is ontruimd en tevens de
huurovereenkomst is beëindigd. Bovendien dient deze bankgarantie dan wel waarborgsom te gelden voor
de rechtsopvolger(s) van Verhuurder.
26.2 Als de bankgarantie dan wel waarborgsom is aangesproken en (deels) uitbetaald, zal Huurder op
eerste verzoek van Verhuurder zorgen voor een nieuwe bankgarantie dan wel waarborgsom, die voldoet aan
het gestelde in artikelen 26.1, 26.3 en 26.4 tot het bedrag dat direct voorafgaande aan het moment dat de
bankgarantie dan wel waarborgsom werd aangesproken, van toepassing was.
26.3 Huurder is verplicht om, na opwaartse aanpassing van de betalingsverplichting als genoemd in artikel
4.10 van de huurovereenkomst van totaal 15% of meer op eerste verzoek van Verhuurder terstond een
nieuwe bankgarantie te doen afgeven dan wel als het een waarborgsom betreft bij te storten tot een bedrag
aangepast aan de nieuwe betalingsverplichting.
26.4 Indien de waarborgsom niet rechtsgeldig aangesproken is door Verhuurder dient Verhuurder na
beëindiging van de huurovereenkomst de waarborgsom dan wel restant van de waarborgsom terug te
storten op een door Huurder op te geven bankrekening uiterlijk zes maanden na einde huurovereenkomst.
Indien de bankgarantie niet rechtsgeldig aangesproken is door Verhuurder dient Verhuurder na beëindiging
van de huurovereenkomst de bankgarantie terug te sturen naar een door Huurder op te geven adres uiterlijk
zes maanden na einde huurovereenkomst.
26.5 Voor andere zekerheden gelden artikelen 26.1 tot en met 26.4 voor zover van toepassing.
Hoofdelijkheid
27.1 Indien verscheidene (natuurlijke of rechts-)personen zich als Huurder hebben verbonden, zijn deze
steeds hoofdelijk en ieder voor het geheel jegens Verhuurder aansprakelijk voor alle uit de
huurovereenkomst voortvloeiende verbintenissen.
Uitstel van betaling of kwijtschelding door Verhuurder aan een der Huurders of een aanbod daartoe, betreft
alleen die Huurder.
27.2 De verbintenissen uit de huurovereenkomst zijn, ook wat erfgenamen en rechtverkrijgenden van
Huurder betreft, hoofdelijk.
Niet tijdige beschikbaarheid
28.1 Bij het niet beschikbaar zijn van het gehuurde op de ingangsdatum als bedoeld in artikel 3.1 van de
huurovereenkomst, doordat het gehuurde niet tijdig gereed is gekomen, doordat de vorige gebruiker het
gehuurde niet tijdig heeft ontruimd of doordat Verhuurder de door hem te verzorgen vergunningen van
overheidswege nog niet heeft verkregen, is Huurder tot de datum waarop het gehuurde hem ter beschikking
staat geen huurprijs, geen vergoeding voor de door of vanwege Verhuurder te verzorgen levering van
nutsvoorzieningen en geen vergoeding voor de door of vanwege verhuurder te verzorgen levering van
prestaties waarvoor servicekosten worden berekend, verschuldigd en schuiven ook zijn overige
verplichtingen en de overeengekomen termijnen dienovereenkomstig op.
28.2 Verhuurder is niet aansprakelijk voor de uit de vertraging voortvloeiende schade voor Huurder, tenzij
hem ter zake een toerekenbare tekortkoming kan worden verweten.
28.3 Onder een toerekenbare tekortkoming als bedoeld in artikel 28.2 wordt mede verstaan de situatie dat
Verhuurder zich niet inspant om het gehuurde zo spoedig mogelijk alsnog aan Huurder ter beschikking te
stellen.
28.4 Huurder kan geen ontbinding van de huurovereenkomst vorderen, tenzij de te late oplevering
veroorzaakt is door een toerekenbare ernstige tekortkoming van Verhuurder en het op grond van de
redelijkheid en billijkheid voor Huurder onaanvaardbaar is dat de huurovereenkomst ongewijzigd in stand
blijft en Verhuurder niet tegemoet komt aan de gerechtvaardigde belangen van Huurder.
Appartementsrecht
29.1 Indien het gebouw of complex van gebouwen waarvan het gehuurde deel uitmaakt, is of wordt gesplitst
in appartementsrechten, zal Huurder de uit de splitsingsakte en reglementen voortvloeiende voorschriften
omtrent het gebruik inachtnemen. Hetzelfde geldt indien het gebouw of complex van gebouwen eigendom is
of wordt van een coöperatie. Het moeten naleven van die voorschriften levert geen gebrek op. Verhuurder
staat ervoor in dat de hiervoor bedoelde voorschriften die bij het aangaan van de huurovereenkomst gelden,
niet strijdig zijn met de huurovereenkomst.
29.2 Verhuurder zal, voor zover dat in zijn vermogen Iigt, niet meewerken aan het tot stand brengen van
voorschriften die in strijd zijn met de huurovereenkomst.
29.3 Verhuurder draagt er zorg voor dat Huurder in het bezit wordt gesteld van de in artikel 29.1 bedoelde
voorschriften omtrent het gebruik.
Kosten, verzuim
30.1 In alle gevallen waarin (Ver)Huurder een sommatie, een ingebrekestelling of een exploot aan
(Ver)Huurder doet uitbrengen, of in geval van procedures tegen (Ver)Huurder om deze tot nakoming van de
huurovereenkomst of Huurder tot ontruiming te dwingen, is (Ver)Huurder verplicht alle daarvoor gemaakte
kosten, zowel in als buiten rechte – met uitzondering van de ingevolge een definitieve rechterlijke beslissing
door (Ver)Huurder te betalen proceskosten – aan (Ver)Huurder te voldoen.
De gemaakte redelijke kosten worden tussen partijen bij voorbaat vastgesteld op een bedrag dat als volgt
wordt berekend; 15% over de hoofdsom met een maximum van € 25.000 per geval exclusief de
griffierechten. Bij een procedure worden de kosten van experts (advocaten, deurwaarders ed.) door de in het
ongelijk gestelde partij vergoed.
Artikel 6: 96 Burgerlijk Wetboek leden 4 en 6, waaronder uitdrukkelijk begrepen de verwijzing naar het
maximaal te vergoeden bedrag aan buitengerechtelijke kosten, is daarmee tussen partijen niet van
toepassing.
30.2 (Ver)Huurder is in verzuim door het enkele verloop van een bepaalde termijn.
Boetebepaling
31 Indien Huurder zich, na door Verhuurder behoorlijk in gebreke te zijn gesteld, niet houdt aan de in de
artikelen 5.1, 8, 12.1 en 26.1 opgenomen voorschriften, verbeurt Huurder aan Verhuurder, voor zover geen
specifieke boete is overeengekomen, een direct opeisbare boete van minimaal € 250 per kalenderdag voor
elke kalenderdag dat Huurder in verzuim is. Het vorenstaande laat onverlet de bevoegdheid van Verhuurder
om gebruik te maken van zijn overige rechten, waaronder het recht op nakoming en het recht op volledige
schadevergoeding voor zover de geleden schade de verbeurde boete overtreft.
Wet Bescherming Persoonsgegevens
32 Indien Huurder een natuurlijk persoon is, verstrekt Huurder bij het aangaan van deze huurovereenkomst,
door ondertekening daarvan, toestemming aan Verhuurder en aan de beheerder om de persoonsgegevens
van Huurder in een bestand op te nemen/te verwerken.
Domicilie
33.1 Vanaf de ingangsdatum als bedoeld in artikel 3.1 van de huurovereenkomst worden alle mededelingen
van Verhuurder aan Huurder in verband met de uitvoering van de huurovereenkomst, gericht aan het adres
van het gehuurde.
33.2 Huurder verplicht zich in geval Huurder zijn bedrijf daadwerkelijk niet meer in het gehuurde uitoefent,
Verhuurder daarvan terstond schriftelijk in kennis te stellen onder opgave van een nieuw domicilie.
33.3 Voor het geval Huurder het gehuurde verlaat zonder opgave van een nieuw domicilie aan Verhuurder,
geldt het adres van het gehuurde als domicilie van Huurder.
Klachten
34. Huurder zal klachten en wensen schriftelijk indienen. In dringende gevallen zal dit mondeling kunnen
geschieden. In dergelijke gevallen zal Huurder de klacht of wens zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigen.
Slotbepaling
35 Indien een deel van de huurovereenkomst of deze algemene bepalingen nietig of vernietigbaar is, dan
laat dit de geldigheid van het overige deel van de huurovereenkomst en deze algemene bepalingen onverlet.
In plaats van het vernietigde of nietige deel geldt alsdan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3: 42
Burgerlijk Wetboek, als overeengekomen, hetgeen partijen overeengekomen zouden zijn, indien zij de
nietigheid of vernietigbaarheid gekend zouden hebben.
voorschriften die in strijd zijn met de huurovereenkomst.
29.3 Verhuurder draagt er zorg voor dat Huurder in het bezit wordt gesteld van de in artikel 29.1 bedoelde
voorschriften omtrent het gebruik.
Kosten, verzuim
30.1 In alle gevallen waarin (Ver)Huurder een sommatie, een ingebrekestelling of een exploot aan
(Ver)Huurder doet uitbrengen, of in geval van procedures tegen (Ver)Huurder om deze tot nakoming van de
huurovereenkomst of Huurder tot ontruiming te dwingen, is (Ver)Huurder verplicht alle daarvoor gemaakte
kosten, zowel in als buiten rechte – met uitzondering van de ingevolge een definitieve rechterlijke beslissing
door (Ver)Huurder te betalen proceskosten – aan (Ver)Huurder te voldoen.
De gemaakte redelijke kosten worden tussen partijen bij voorbaat vastgesteld op een bedrag dat als volgt
wordt berekend; 15% over de hoofdsom met een maximum van € 25.000 per geval exclusief de
griffierechten. Bij een procedure worden de kosten van experts (advocaten, deurwaarders ed.) door de in het
ongelijk gestelde partij vergoed.
Artikel 6: 96 Burgerlijk Wetboek leden 4 en 6, waaronder uitdrukkelijk begrepen de verwijzing naar het
maximaal te vergoeden bedrag aan buitengerechtelijke kosten, is daarmee tussen partijen niet van
toepassing.
30.2 (Ver)Huurder is in verzuim door het enkele verloop van een bepaalde termijn.
Boetebepaling
31 Indien Huurder zich, na door Verhuurder behoorlijk in gebreke te zijn gesteld, niet houdt aan de in de
artikelen 5.1, 8, 12.1 en 26.1 opgenomen voorschriften, verbeurt Huurder aan Verhuurder, voor zover geen
specifieke boete is overeengekomen, een direct opeisbare boete van minimaal € 250 per kalenderdag voor
elke kalenderdag dat Huurder in verzuim is. Het vorenstaande laat onverlet de bevoegdheid van Verhuurder
om gebruik te maken van zijn overige rechten, waaronder het recht op nakoming en het recht op volledige
schadevergoeding voor zover de geleden schade de verbeurde boete overtreft.
Wet Bescherming Persoonsgegevens
32 Indien Huurder een natuurlijk persoon is, verstrekt Huurder bij het aangaan van deze huurovereenkomst,
door ondertekening daarvan, toestemming aan Verhuurder en aan de beheerder om de persoonsgegevens
van Huurder in een bestand op te nemen/te verwerken.
Domicilie
33.1 Vanaf de ingangsdatum als bedoeld in artikel 3.1 van de huurovereenkomst worden alle mededelingen
van Verhuurder aan Huurder in verband met de uitvoering van de huurovereenkomst, gericht aan het adres
van het gehuurde.
33.2 Huurder verplicht zich in geval Huurder zijn bedrijf daadwerkelijk niet meer in het gehuurde uitoefent,
Verhuurder daarvan terstond schriftelijk in kennis te stellen onder opgave van een nieuw domicilie.
33.3 Voor het geval Huurder het gehuurde verlaat zonder opgave van een nieuw domicilie aan Verhuurder,
geldt het adres van het gehuurde als domicilie van Huurder.
Klachten
34. Huurder zal klachten en wensen schriftelijk indienen. In dringende gevallen zal dit mondeling kunnen
geschieden. In dergelijke gevallen zal Huurder de klacht of wens zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigen.
Slotbepaling
35 Indien een deel van de huurovereenkomst of deze algemene bepalingen nietig of vernietigbaar is, dan
laat dit de geldigheid van het overige deel van de huurovereenkomst en deze algemene bepalingen onverlet.
In plaats van het vernietigde of nietige deel geldt alsdan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3: 42
Burgerlijk Wetboek, als overeengekomen, hetgeen partijen overeengekomen zouden zijn, indien zij de
nietigheid of vernietigbaarheid gekend zouden hebben.